Na twee seizoenen van ongekend heftige bestuurlijke en financiële stormen, begon Laco Eaters Limburg zonder enige verwachtingen aan het nieuwe seizoen. Zonder (dure) imports, met veel eigen kweek en de eerste Zweedse coach sinds 1989: Christer Dreberg, die ook verantwoordelijk was voor de jeugdafdeling. Het seizoen kende zoals altijd een bekercompetitie en een kampioenschapsronde, maar nieuw was de samenwerking tussen de Nederlandse en Belgische bonden, waarbij de bekercompetitie onder auspiciën van de NIJB viel en het kampioenschap onder auspiciën van een nieuw orgaan (geïnitieerd door de KBIJF) onder de naam BeNeLeague werd afgewerkt. De ploeg presteerde in de bekercompetitie boven verwachting en wist zelfs gelijke tred te houden met Heerenveen, dat evenals Tilburg had overwogen in de Duitse Oberliga uit te komen. Op basis van het doelgemiddelde eindigde Heerenveen op de eerste plaats. Eaters, dat als tweede op het Tilburgse Toekomstteam trof, had in de halve finale drie wedstrijden nodig om de Brabanders te kloppen en zich te plaatsen voor de finale tegen de Flyers die Nijmegen hadden uitgeschakeld in twee duels. Ofschoon de eindstand anders doet vermoeden, bleek in Eindhoven dat Heerenveen wellicht toch naar de Duitse competitie had moeten gaan (4-1). In de BeNeLeague, waar de ploeg uit Geleen het in Poule B opname tegen Tilburg, Luik, Nijmegen, Leuven, Eindhoven, Heist op den Berg en Den Bosch, was het voorgaande rijtje ook de eindstand na 22 wedstrijden met Laco Eaters Limburg bovenaan! Dat betekende dat de kwartfinale ontlopen werd en Eaters zich rechtstreeks kwalificeerde voor de halve finale. Daarin wachtte de nummer 2 van Poule A Heerenveen, dat achter Herentals was geëindigd. Ook nu bleken de Friezen de bovenliggende partij. De Limburgers boden echter goed partij want in Thialf werd het slechts 5-3. In Glanerbrook maakte Flyers aan alle illusies een eind (3-8) om later ook de titel op te eisen tegen Herentals