Begin mei 2011 werd het Geleense ijshockeywereldje opgeschrikt door de plotselinge dood van club-icoon Vaclav Sochor, wiens levenloze lichaam in zijn huis werd gevonden. De club verloor in hem een altijd aanwezige en vaak bindende factor die alle upsen downsaan de Kummenaedestraat had meegemaakt. Aan het begin van het seizoen werd hij geëerd middels een banner en het retirenvan zijn rugnummer 1. Na vijf oefenwedstrijden (waaronder een toernooi in Engeland) begon Ruijters Eaters aan de bekercompetitie. De ploeg van Chris Eimers presteerde sterk, won dertien van de zestien wedstrijden en verloor er drie, waarvan eentje in OT. In de halve finale trof men het sterke Tilburg. In Glanerbrook had de thuisploeg aan reguliere speeltijd niet genoeg (4-3), In Stappegoor kende Geleen alleen een sterke tweede periode (7-3) en de beslissende wedstrijd had een voetbaluitslag (0-1 in OT). Tilburg zou later de bekerfinale van Den Haag verliezen. Net als afgelopen seizoen werd in de tussenronde om de North Sea Cup gespeeld. In deze zestien duels stapte Geleen slechts tweemaal als verliezer van het ijs (6-3 in Den Haag en 7-2 in Tilburg). Eaters plaatste zich daarmee voor de finale om de NSC in en tegen HYS, die naar de bekerwinnaar ging (6-3) maar de Limburgers hadden bewezen goed partij te kunnen bieden. In de halve finale van de play-offs om het kampioenschap wist Geleen de goede prestaties door te trekken. In de best-of-five reeks werd Tilburg resoluut aan de kant gezet (3-1, 4-6 en 6-3) waarna de ultieme revanche volgde tegen Den Haag – de eerste kampioenschapsfinale in 17 jaar. In de Uithof werd het 3-2 na penalty shots, in Geleen 3-1 en in Den Haag weer 3-1. Na een overtuigende 5-2 thuiszege, reisde Geleen op zondag 25 maart 2012 massaal naar de kampioenswedstrijd op vreemd ijs. Na een klinkende 1-7 (!) overwinning was de eerste landstitel na 44 jaar eindelijk een feit!