Er werd een opvolger voor Jos Lejeune gepresenteerd. De bij onze Oosterburen legendarische Manfred ‘Mannix’ Wolf – Duitse record-international en gevierd coach. De ploeg – die het voor het eerst in 14 seizoenen zonder Marcel Houben moest stellen – werd voorzien van Noord-Amerikaanse imports en Nederlands-Canadezen en zelf een Finse-Canadees. Ruijters Eaters won de vier oefenwedstrijden met goed spel en werd prompt gebombardeerd tot titelkandidaat. In de Superliga, zoals de hoogste divisie nu heette, kwamen echter maar vijf ploegen uit. Om er nog iets van te maken kwam de NIJB met een ingewikkelde competitieopzet, waarin vijf rondes werden gespeeld en waarin ook nog eens bonuspunten konden worden verdiend. De winnaars van rondes een en twee zouden zich plaatsen voor de bekerfinale. Blessureleed, een achterstand in fysieke conditie alsmede een schrijnend zwak optreden in uitwedstrijden, zorgden voor een slechte eerste speelronde. In de tweede en derde ronde was er enig herstel maar de bekerfinale werd niet bereikt (wel door Tilburg en Heerenveen) en in de vierde was het spel weer allerbelabberdst. Toen in de vijfde ronde de kans op het halen van de playoffs steeds kleiner werd, werd de roep om het ontslag van de coach steeds luider. Het bestuur gaf uiteindelijk geen gehoor hieraan maar deed een beroep op de spelersgroep, die zich vervolgens uit een kansloze positie wisten terug te knokken naar een plaats in de playoffs. Helaas troffen ze daar Amsterdam, dat later kampioen werd…