Met de introductie van de overtime, kende ook in de Eerste Divisie elke wedstrijd nu een winnaar. In de Coupe de Lage Landen-competitie bereikte Geleen onder de naam CEMA Eaters wederom een plaats in de finale tegen de nummer 1 van de Belgische poule. De eerste wedstrijd, uit op de open ijsbaan van Herentals, werd in de tweede periode bij een 2-2 tussenstand gestaakt na een keiharde bodycheck van de Tsjechische HYC-verdediger Jara Sipek op het Geleense jeugdige aanvalstalent Lambert Keulen. Op Geleens ijs won Eaters op basis van een betere slotperiode met 7-6 en dus wederom de Coupe. Langzaam werd de roep om terugkeer naar de hoogste divisie steeds luider. In de kampioensstrijd werden 18 duels gespeeld, waarvan Geleen er 15 wist te winnen, waarvan 2 in OT. De nummers 1 en 2 (Geleen en Den Bosch) plaatsten zich daarmee voor de kampioenschapsfinale maar eerst konden beide ploegen eens proeven aan het niveau van de hoogste divisie (de Superliga) in zes wedstrijden om de Hans Teengs Gerritsen bokaal. Hierin namen zij het op tegen de laatste twee teams van de Superliga (Den Haag en Deurne). Geleen wist 3 van deze duels te winnen en moest in de halve playoffs-finale zijn meerdere herkennen in Deurne dat in twee van de drie wedstrijden de bovenliggende partij was en uiteindelijk ook de HTG-beker won van Den Haag. Eaters kon zich opmaken voor de titelstrijd: na een benauwde 2-1 thuisoverwinning in het eerste duel van de best-of-five serie, werd in de Brabantse hoofdstad een overtuigende 0-6 zege behaald. Met de champagne al koud in Glanerbrook, stelde Red Eagles het kampioensfeest nog een weekje uit (3-5). CEMA Eaters wist op 20 maart na een 2-6 winst in de nieuwe ijshal van Den Bosch de titel in de Eerste Divisie te prolongeren. De Superliga lonkte.