Als coach werd de voormalige Tilburgse topspeler George Peternousek binnengehaald met Henri Frenken als zijn assistent. Voor het eerst in de clubhistorie was er een heuse shirtsponsor waardoor de ploeg niet meer onder de naam Smoke Eaters werd aangekondigd maar als Data Union Geleen aan de beker- en kampioenschapscompetitie deelnam. Op papier was dit het sterkste team sinds jaren en de verwachtingen waren bij het begin van het seizoen dan ook hooggespannen. Het duurde echter acht duels voordat Geleen als winnend team het ijs verliet (7-14 in en tegen Utrecht) en de eerste punten kon bijschrijven in de strijd om de Beker van Nederland. Daaraan deden nog acht ploegen mee: Den Haag, Eindhoven, Den Bosch, Tilburg, Nijmegen, Groningen, Heerenveen en Amsterdam. Dat was ook de eindstand van plaats 8 naar 1. Utrecht was de zwakste ploeg tijdens deze 18 wedstrijden en Geleen won ook de return in Geleen (20-2). De twee andere overwinningen in de bekerstrijd waren uit in Den Haag (6-8) en thuis tegen Tilburg (6-4). Kijkend naar de Geleense doelpuntenproductie had Data Union drie plaatsen hoger moeten eindigen. Maar de ploeg incasseerde teveel tegentreffers om een rol van betekenis te spelen. Net als enkele seizoenen terug werden de resultaten van de bekerduels meegenomen naar de strijd om de landstitel. Geleen kon in deze tweede serie van 18 wedstrijden het tij niet keren. Er werden weliswaar zeven overwinningen geboekt maar de verdediging bleef de zwakke plek van de Limburgers, waardoor de ploeg op de negende plek bleef.  Amsterdam schreef de titel op zijn naam.