De rentree op het hoogste plan ging gepaard met de fenomenen teammanager (Wim Zonnenberg) en imports (Darryl Ulrich en Serge Dubois). Smoke Eaters zag zich gedwongen om af te zien van deelname aan de Coupe der Lage Landen omdat er geen of pas heel laat ijs te huur was in Geleen. De club liep daardoor (thuis)wedstrijden en dus inkomsten mis en de – gebrekkige – seizoensvoorbereiding vond plaats op het eeuwige ijs in Den Bosch. Er speelden tien clubs in de Eerste Divisie: Nijmegen, Den Haag, Den Bosch, Utrecht, Tilburg, Groningen, Amsterdam, Heerenveen, Heist op den Berg en Geleen. Promotie bleek een ontnuchtering; na zeventien (!) nederlagen op rij, volgde er in de allerlaatste wedstrijd op 13 januari 1980 de enige overwinning van het seizoen: 7-3 thuis tegen Utrecht. Smoke Eaters eindigde triest onderaan, waarbij het 60 keer had weten te scoren en daarnaast maar liefst 186 tegentreffers had moeten incasseren. Nieuw dit seizoen was de play-off/nacompetitie. Waar de eerste vier ploegen play-offs speelden om het landskampioenschap (uiteindelijk gewonnen door Heerenveen) speelden de onderste zes teams een nacompetitie en daar werden de Eaters-fans ook niet vrolijk van. Hier alleen maar verliespartijen. In die 10 wedstrijden werden maar zeventien doelpunten gemaakt en werd er 96 keer tegen gescoord!