Den Bosch verdween uit de hoogste nationale beker- en kampioenschapscompetitie, die verder dezelfde deelnemende ploegen kenden als het vorig seizoen. Om de Cup International streden slechts vijf ploegen en verdiende de naam nauwelijks met Luik als enige niet-Nederlandse ploeg naast Den Haag, Tilburg, Rotterdam en Geleen. Door blessures, zo goed als geen voorbereiding en andere tegen zittende omstandigheden, was de seizoenstart regelrecht dramatisch. In Den Haag werd de grootste nederlaag uit de clubhistorie geleden: 23-2. Dat noopte het clubbestuur tot het uitdelen van een flyer voorafgaande aan het eerste thuisduel, waarin om begrip werd gevraagd bij de supporters, die de voorgaande jaren al vaker hun emoties niet altijd onder stoelen of banken hadden gestoken. Vóór het beginsignaal van deze thuiswedstrijd was er echter nog een huldiging: The Smoke Eaters hadden het afgelopen seizoen zowaar iets gewonnen: de Fair Play Cup – volgens vele spelers en coaches een prijs die je niet wilt winnen. Hèt bewijs voor de toen ontbrekende felheid en hardheid? Geleen startte met vijfnederlagen op rij; de maand oktober 1973 bleek geen gunstige. En het bericht dat de voorzitter ziek was, hielp ook niet echt. Geleen eindigde in de bekerstrijd op de zesde plaats met 5 overwinningen uit 14 duels en ook nu was Tilburg weer de sterkste. The Smoke Eaters gingen gaandeweg het seizoen steeds beter spelen en dat leiddetoteen verdienstelijke derde plaats in de strijd om de landstitel (later zelfs omgezet naar een tweede plaats achter Tilburg omdat Den Haag een onreglementaire speler zou hebben opgesteld). Het beste werd tot het einde bewaard, want uit de NIJB-gegevens blijkt dat de ploeg zowaar de Cup International op haar naam schreef. Deze positieve noot zal de ernstig zieke Eaters-initiator, -motivator en -inspirator Jean Savelkoul goed hebben gedaan. Op 5 april 1974, nog geen drie weken na de laatste competitiewedstrijd, overleed hij op slechts 52-jarige leeftijd.