TICKETS-SHOP
veiling shirts '23

MEER DAN 50 JAAR
TROTS. PASSIE. STRIJD.

Al begin jaren 60 wordt het zaadje voor een kunstijsbaan in de Waereldsjtad geplant. De oprichting van de IJsclub Geleen in 1963 gaat gepaard met het verzoek aan de Gemeente om de haalbaarheid van een plaatselijke – onoverdekte – kunstijsbaan te onderzoeken. Het duurt een aantal jaren voordat groen licht komt voor de bouw ervan in het Burgemeester Damenpark. Een groot deel van de benodigde financiën is te danken aan het tankstation aan de Jos Klijnenlaan. Total, Mobil Oil en Esso zijn in de race voor deze nieuwe, gewilde locatie. Esso doet uiteindelijk het hoogste bod: 300.000 gulden. Precies het bedrag dat nodig blijkt om de financiering van de ijsbaan rond te krijgen.

1968 was een roerig jaar in een roerig decennium. De hoop van de Praagse Lente in januari wordt enkele maanden later wreed verstoord met de moord op Martin Luther King. In juni ondergaat de Amerikaanse presidentskandidaat Robert F. Kennedy hetzelfde lot. In Geleen treurt men om het verlies van Fortuna ’54 dat naar Sittard vertrekt met de oprichting van Fortuna Sittardia Combinatie op 1 juli. In de nacht van 20 op 21 augustus rollen de Russische tanks Praag binnen en wordt abrupt en op niet mis te verstane wijze een einde gemaakt aan de gematigde koers in Tsjecho-Slowakije van politiek leider Alexander Dubček. In datzelfde jaar, waarin Jumpin’ Jack Flash van The Rolling Stones en Hey Jude van The Beatles strijden om de hoogste plek in de hitparades en Charlton Heston schittert in Planet of the Apes, ziet het Geleense ijshockey het levenslicht. Op 15 mei 1968 worden midden in de stad aan de Kummenaedestraat de eerste spanten voor de ijshal geplaatst. Pal naast het zwembad en de voormalige draf- en renbaan, die op dat moment alleen nog gebruikt wordt voor motorspeedway.

Op zaterdag 26 oktober verricht burgemeester J.P.D. van Banning de officiële opening van de weliswaar overdekte maar toch halfopen ijsbaan van Geleen. Onderdeel van het officiële programma zijn demonstraties kunstrijden en ijshockeywedstrijden, o.a. van de jeugdteams van Tilburg en Amsterdam. De dag wordt afgesloten met de wedstrijd Nederland – Sparta Praag (2-7). In de late avond wordt op de Rijksweg in Geleen een ontvoering in scene gezet, zodat een aantal Tsjechische spelers niet met hun spelersbus meegaan maar met twee bestuursleden van TYC Trappers naar Tilburg afreizen.

Anderhalve maand eerder, op 2 september, hadden de heren Savelkoul, Thissen en Kremers bij de lokale notaris Korsten de oprichtingsakte van de Stichting IJshockey Geleen ondertekend: de geboorte van de Geleense ijshockeyclub. Haar geschiedenis op het ijs begint met de eerste training op 24 oktober onder leiding van Steve Labchuk. 50 Jaar IJshockey in Geleen – De Proloog De spelers zijn allemaal Canadese militairen van AFCENT (Allied Forces Central Europe), werkzaam in het nabijgelegen Brunssum, waar de basis in 1966 vanuit het Franse Fontainebleau naar toe was verhuisd. Geen van allen professionals maar fanatieke beoefenaars van de nationale sport in hun thuisland. Een naam heeft de club nog niet maar de spelers worden het al snel eens: het wordt The Smoke Eaters; een eerbetoon aan de Trail Smoke Eaters uit Trail, British Columbia, beroemd als de laatste amateurclub die namens Canada in 1961 aan een WK had deelgenomen en daar in Genève wereldkampioen was geworden.

And the rest is history…

HET BEGIN!
BEKER VAN NEDERLAND
BEKER VAN NEDERLAND
LANDSKAMPIOEN

HISTORIE SMOKE EATERS GELEEN

2017

2017/2018; Tenbult terug voor nieuw driejarenplan en weer winst in seizoensopener

Andy Tenbult (met Alf Philippen als zijn assistent) werd voor de derde keer in zijn carrière coach bij de Geleense ijshockeyclub. Net als het jaar ervoor werd het seizoen geopend met de wedstrijd om de Ron Berteling Schaal, omdat Heerenveen de landstitel had geprolongeerd. Na het verrassende verlies in de seizoensopener van afgelopen jaar, liepen de Friezen in Glanerbrook ook nu weer tegen de lamp. Het sterk vernieuwde Eaters speelde fris en vol overgave, verspeelde vlak voor tijd weliswaar een 3-2 voorsprong maar wist uiteindelijk de OT ongeschonden door te komen en na de penalty shoot-outde schaal te winnen. Ook in het tweede BeNeLeague-jaar werd de Nederlandse bekercompetitie in twee poules afgewerkt. Geleen kwam uit in Poule A met Heerenveen, Tilburg en Nijmegen en Eaters eindigde met drie overwinningen en drie nederlagen op een tweede plaats achter Heerenveen. Dat betekende dat de koploper uit Poule B – het sterke Den Haag – de tegenstander werd in de halve finale. Na een verwacht maar toch stevig 10-1 verlies in De Uithof, wist Laco Eaters Limburg thuis de gasten pijn te doen (3-2 in OT) en een beslissingswedstrijd in Den Haag af te dwingen. Meegereisde Eaters-fans hoopten op een stunt maar die bleef helaas uit (9-2). Men had tegen de latere bekerwinnaar naar eigen kunnen gespeeld. Het gaf hoop voor de BeNeLeague, waarin maar liefst dertien ploegen uitkwamen. De helft van deze 24 wedstrijden werd gewonnen en men eindigde uiteindelijk na een (onnodig) spannend competitieslot op een zesde plaats.  De eerste acht ploegen plaatsten zich voor de kwartfinale van de BNL, terwijl de eerste vier Nederlandse clubs zich plaatsten voor de Final Four om het Nederlands kampioenschap. Geleen was de vierde Nederlandse club die eind februari naar Heerenveen mocht maar daar tegen Den Haag kansloos naar huis werd gespeeld (0-6). In de kwartfinale van de BNL werd Laco Eaters Limburg een week later gekoppeld aan Luik, de nieuwe broodheer van een aantal voormalige Eaters-spelers zoals Lars Engwegen, Akim Ramoul, Kai Willems en Stef Verhulst. Het zorgde voor extra rivaliteit – vooral bij Bulldogs Liège, want de Eaters stelden nauwelijks een play-offs-mentaliteit aan de dag. Na een ontluisterende 4-0 nederlaag in Luik deden de Belgen het op Geleens ijs nog eens dunnetjes over: 2-6. Den Haag had niet alleen in Heerenveen de landstitel gewonnen maar voltooide later ook de triplemet het winnen van de BNL.

 

2016

2016/2017; winst om Ron Berteling-schaal, maar wederom verlies in bekerfinale

Coach Dreberg had het einde van het vorige seizoen niet gehaald. Assistent coach Jacq Geurts had na de eerste twee duels in 2016 het stokje van de Zweed overgenomen. Omdat Heerenveen zowel de beker als het kampioenschap had gewonnen, begon Laco Eaters Limburg met de strijd om de Ron Berteling Schaal aan het nieuwe seizoen. In Glanerbrook verraste de thuisploeg vriend maar vooral vijand door de Flyers in een wervelend en spannend duel met 4-3 te kloppen. Het seizoen kende een ongewijzigde opzet. Het enige verschil was dat los van een afzonderlijke Nederlandse en een Belgische bekerstrijd, er nu meer teams om de NIJB-beker uitkwamen (het aantal deelnemende clubs ging van vijf naar negen), waardoor er nu in twee poules gespeeld werd. Laco Eaters Limburg werd in Poule A ingedeeld samen met Tilburg, Nijmegen en Den Bosch. Na welgeteld één puntverlies eindigde het team op de eerste plaats en werd de nummer twee uit Poule B, Zoetermeer, de tegenstander in de halve finale. Middels twee overwinningen (9-4 en 5-6) werd de bekerfinale bereikt. Daarin was Heerenveen (dat Tilburg had uitgeschakeld) wederom de opponent maar was de strijd nog ongelijker dan een jaar eerder (8-1). In de BeNeLeague nam Eaters het in Poule B negentien wedstrijden lang op tegen Heerenveen, Den Haag, Luik, Leuven, Groningen en Den Bosch. Dit was ook de eindstand met Eaters na elf overwinningen (waarvan drie in OT) en acht nederlagen op een vierde plaats. Daardoor werd Herentals – de sterke koploper uit Poule A de tegenstander in de kwartfinale van de play-offs. Het werd een kansloze missie: na een 5-0 nederlaag in de uitwedstrijd, werd ook op eigen ijs verloren (1-5). Geveld door ziekte had Jacq Geurts zijn plek de laatste maanden achter de bank moeten afstaan aan assistent-coach Marcel Houben en goalietrainer Hans Baggen.

 

2015

2015/2016; naar bekerfinale in debuut van BeNeLeague .

Na twee seizoenen van ongekend heftige bestuurlijke en financiële stormen, begon Laco Eaters Limburg zonder enige verwachtingen aan het nieuwe seizoen. Zonder (dure) imports, met veel eigen kweek en de eerste Zweedse coach sinds 1989: Christer Dreberg, die ook verantwoordelijk was voor de jeugdafdeling. Het seizoen kende zoals altijd een bekercompetitie en een kampioenschapsronde, maar nieuw was de samenwerking tussen de Nederlandse en Belgische bonden, waarbij de bekercompetitie onder auspiciën van de NIJB viel en het kampioenschap onder auspiciën van een nieuw orgaan (geïnitieerd door de KBIJF) onder de naam BeNeLeague werd afgewerkt. De ploeg presteerde in de bekercompetitie boven verwachting en wist zelfs gelijke tred te houden met Heerenveen, dat evenals Tilburg had overwogen in de Duitse Oberliga uit te komen. Op basis van het doelgemiddelde eindigde Heerenveen op de eerste plaats. Eaters, dat als tweede op het Tilburgse Toekomstteam trof, had in de halve finale drie wedstrijden nodig om de Brabanders te kloppen en zich te plaatsen voor de finale tegen de Flyers die Nijmegen hadden uitgeschakeld in twee duels. Ofschoon de eindstand anders doet vermoeden, bleek in Eindhoven dat Heerenveen wellicht toch naar de Duitse competitie had moeten gaan (4-1). In de BeNeLeague, waar de ploeg uit Geleen het in Poule B opname tegen Tilburg, Luik, Nijmegen, Leuven, Eindhoven, Heist op den Berg en Den Bosch, was het voorgaande rijtje ook de eindstand na 22 wedstrijden met Laco Eaters Limburg bovenaan! Dat betekende dat de kwartfinale ontlopen werd en Eaters zich rechtstreeks kwalificeerde voor de halve finale. Daarin wachtte de nummer 2 van Poule A Heerenveen, dat achter Herentals was geëindigd. Ook nu bleken de Friezen de bovenliggende partij. De Limburgers boden echter goed partij want in Thialf werd het slechts 5-3. In Glanerbrook maakte Flyers aan alle illusies een eind (3-8) om later ook de titel op te eisen tegen Herentals

2014

2014/2015; geldzorgen in middelmatig seizoen.

Geleen bleek te klein; het werd Limburg Eaters. De financiën bleken een groot probleem en stonden deelname op het hoogste plan in de weg. Bestuurlijk was het ook niet bepaald zorgeloos. Via belrondes benaderden spelers zelf potentiële sponsoren omdat het bedrijfsleven geen vertrouwen in het clubbestuur had. LACO zorgde uiteindelijk voor wat lucht door shirtsponsoring toe te zeggen en onder de naam Laco Eaters Limburg ging de ploeg van Wil Zwarthoed van start. Ook tijdens het seizoen waren de bijna-doodervaringen voor de club niet van de lucht. Op enig moment maakte zelfs de voorzitter via sociale media bekend terug te treden en de club uit de competitie terug te trekken. Het bleek een persoonlijke actie want uiteindelijk kon men het seizoen toch afmaken. Sportief gezien begon het seizoen met vier gewonnen oefenwedstrijden. Van de acht bekerduels die volgden, werden er vier verloren en vier gewonnen, goed voor een halve finaleplaats tegen Heerenveen. Na een 2-5 thuisnederlaag, moest men ook in Thialf buigen voor de Friezen (5-1). De titelstrijd van de Eredivisie werd gespeeld in drie periodes. In de eerste serie van acht duels wist Eaters slechts eenmaal te winnen en eindigde men als vijfde op de laatste plaats. In de tweede serie waren er twee overwinningen en liet Eaters Eindhoven achter zich. In de derde serie waren er drie winstpartijen en een OT-win; goed voor een derde plaats. Overallwaren de resultaten in die 24 confrontaties goed voor een vierde plaats en plaatste de ploeg zich met de hakken over de sloot ten koste van Eindhoven voor de play-offs. Daar was wederom Heerenveen de tegenstander in de halve finale en ook nu bleken de Flyers een maat te groot. In de best-of-sevenserie wist Eaters geen vuist te maken en met een clean sweep(10-1, 2-5, 6-2 en 2-3) ging Heerenveen door naar de finale om daar (net als in de bekerfinale) van Tilburg te verliezen.

2013

2013/2014; moeizaam seizoen met meest dramatische sportieve come-backuit sportgeschiedenis.

Geleen had vorig seizoen het topijshockey op een haar na verloren. Geen faillissement, wel faillissement; geen bestuur meer, wel een bestuur, toch geen bestuur – de Eaters-fans hadden bange maanden doorgemaakt. En nu stopte Ruijters ook nog na dertien seizoenen – een unicum in de ijshockeysport – als hoofdsponsor van de Eaters;  tot overmaat van ramp bleken er technische problemen met de vriesinstallatie van de Geleense ijshal. Het zou een ontzettend moeilijk seizoen worden, dat was wel duidelijk. Na twee maanden had Noptra Eaters, zoals de ploeg nu heette, veertien keer verloren (waarvan tweemaal in OT) en slechts twee keer gewonnen. De bekerduels tegen Den Haag leverden nog twee nederlagen op. Niet meer dan vijf van de resterende twintig competitiewedstrijden werden gewonnen, de rest ging verloren. Er waren blessures, een uit de scharnieren geslagen deur van de Geleense spelersbank, geen arts in Dordrecht waardoor Eaters weigerde om verder te spelen… Geleen eindigde uiteindelijk op de voorlaatste plaats (vóór Eindhoven) met twaalf punten uit 36 wedstrijden, met het minste aantal treffers vóór (86) en de meeste tegen van allemaal (256). Het seizoen zou echter met een prijs eindigen: de Larry van Wieren Cup, waarvoor Eaters het opnam tegen Eindhoven, Groningen en Nijmegen (de laatste twee als koplopers uit de Eerste Divisie). Na twee overwinningen tegen Nijmegen (twee keer 10-3!) en verlies in Eindhoven werd coach Tenbult op non-actief gesteld. Met Wil Zwarthoed achter de bank won men de twee duels tegen Groningen. De laatste confrontatie tegen Eindhoven ontaardde in Glanerbrook in tumult op en naast het ijs nadat de referee en de back-up goalie van Kemphanen hun vader te hulp wilden schieten die op de tribune bij een vechtpartij was betrokken. Het duel werd gestaakt en de beelden van L1 gingen de hele wereld over. Eindhoven en Geleen speelden daarna een bizarre finale: na een 9-0 verlies in de Lichtstad, werd in de Waereldsjtad met 10-0 gewonnen in OT.

2012

2012/2013; de kater van het kampioenschap.

Kampioen worden kost geld. Het ene jaar word je kampioen en het volgende zit je in de problemen. Het overkwam onder andere Utrecht in begin jaren ’90, Nijmegen een paar jaar later en nu ook Ruijters Eaters. Met Danny Cuomo als nieuwe coach en Marcel Houben als zijn assistent, werd het seizoen gestart met de Ron Berteling Schaal die met nog 2 seconden te spelen in de OT naar bekerwinnaar Den Haag ging (2-3). In het voorlaatste weekend van oktober vertrok Ruijters Eaters in financieel zwaar weer naar het Zuid-Duitse Landshut om als landskampioen aan de Europese verplichtingen te voldoen. Na een onthutsende 11-1 nederlaag tegen Belfast, werd het Roemeense Csikszereda met 3-2 geklopt. In het laatste treffen moest Eaters tegen de gastheer buigen (4-2). De Nederlandse bekercompetitie kende een make-overen werd in combinatie met teams uit de Eerste Divisie gespeeld. Zo kwam het dat Geleen in de derde ronde (kwartfinale) aan Heerenveen gekoppeld werd. Na een 3-2 verlies in Thialf kwam Eaters thuis sterk terug en stuurde de Friezen met een 4-0 nederlaag naar huis. In de halve finale wachtte Eindhoven, maar tussendoor werden er ook nog duels om het kampioenschap gespeeld. Op 25 november – Geleen verloor die dag de zesde van de twaalf competitiewedstrijden – stond Cuomo voor de laatste keer achter de bank bij een 0-4 nederlaag tegen Tilburg. Een week later stond Andy Tenbult (die de Geleense jeugdafdeling trainde) er in zijn plaats. Onder zijn leiding werden de bekerwedstrijden tegen Eindhoven afgewerkt. Het schokeffect werkte echter niet. Na een uitnederlaag (5-2) werd er thuis weliswaar gewonnen (4-2) maar kwam het team dus een doelpuntje tekort voor de finale, waarin Den Haag Eindhoven versloeg. Geleen eindigde in de competitie uiteindelijk op een vierde plaats, wat recht gaf op een plek in de play offs. Daarin stuitte men in de halve finale op Den Haag dat met drie overwinningen (11-0, 5-8 en 7-2) resoluut een einde maakte aan het Geleense seizoen.

2011

2011/2012; geen bekerfinale maar wel eindelijk de titel!

Begin mei 2011 werd het Geleense ijshockeywereldje opgeschrikt door de plotselinge dood van club-icoon Vaclav Sochor, wiens levenloze lichaam in zijn huis werd gevonden. De club verloor in hem een altijd aanwezige en vaak bindende factor die alle upsen downsaan de Kummenaedestraat had meegemaakt. Aan het begin van het seizoen werd hij geëerd middels een banner en het retirenvan zijn rugnummer 1. Na vijf oefenwedstrijden (waaronder een toernooi in Engeland) begon Ruijters Eaters aan de bekercompetitie. De ploeg van Chris Eimers presteerde sterk, won dertien van de zestien wedstrijden en verloor er drie, waarvan eentje in OT. In de halve finale trof men het sterke Tilburg. In Glanerbrook had de thuisploeg aan reguliere speeltijd niet genoeg (4-3), In Stappegoor kende Geleen alleen een sterke tweede periode (7-3) en de beslissende wedstrijd had een voetbaluitslag (0-1 in OT). Tilburg zou later de bekerfinale van Den Haag verliezen. Net als afgelopen seizoen werd in de tussenronde om de North Sea Cup gespeeld. In deze zestien duels stapte Geleen slechts tweemaal als verliezer van het ijs (6-3 in Den Haag en 7-2 in Tilburg). Eaters plaatste zich daarmee voor de finale om de NSC in en tegen HYS, die naar de bekerwinnaar ging (6-3) maar de Limburgers hadden bewezen goed partij te kunnen bieden. In de halve finale van de play-offs om het kampioenschap wist Geleen de goede prestaties door te trekken. In de best-of-five reeks werd Tilburg resoluut aan de kant gezet (3-1, 4-6 en 6-3) waarna de ultieme revanche volgde tegen Den Haag – de eerste kampioenschapsfinale in 17 jaar. In de Uithof werd het 3-2 na penalty shots, in Geleen 3-1 en in Den Haag weer 3-1. Na een overtuigende 5-2 thuiszege, reisde Geleen op zondag 25 maart 2012 massaal naar de kampioenswedstrijd op vreemd ijs. Na een klinkende 1-7 (!) overwinning was de eerste landstitel na 44 jaar eindelijk een feit!

2010

2010/2011; geen finales in eerste jaar onder Eimers

Jamie Dumont had de ondankbare taak om Mike Pellegrims op te volgen. Een heel arsenaal dragende imports vertrok, maar teammanager Notten zorgde voor goede vervangers. Het seizoen begon meteen met een ‘finale’: als bekerwinnaar speelde Ruijters Eaters tegen landskampioen Nijmegen om de Ron Berteling-schaal. Die ging in Glanerbrook naar Nijmegen (5-8). Nadat vier van de eerste zes wedstrijden in de bekercompetitie verloren gingen, werd de coach ontslagen en vervangen door Chris Eimers. Het zorgde voor drie hoopvolle zeges, maar die werden gevolgd door drie even ontluisterende nederlagen. De play-offs in de bekerstrijd werden daardoor op een haar na gemist. Er volgde een periode van onrust, zowel sportief als organisatorisch. Spelers werden vervangen of vertrokken, de teammanager nam afscheid. Wedstrijden tegen topploegen werden gewonnen; rode lantaarndragers bleken onneembare hordes. Het gehavende team wist zich wel voor de kwartfinale van de play-offs te plaatsen en trof daarin Heerenveen. Geleen stuntte door de Friezen in Thialf naar een 0-3 nederlaag te spelen. Ook de tweede wedstrijd, op Geleens ijs, ging naar de Eaters, die daarmee verrassend de halve finale wisten te bereiken. Daar wachtte het ijzersterke Den Haag, dat de Limburgers eenvoudig na drie overwinningen (8-0, 1-8, 4-1) aan de kant zette en uiteindelijk landskampioen werd.

2009

2009/2010; na 17 jaar weer bekerwinst.

Maar liefst zestien nieuwe namen in en achter de spelersbank bij de eerste thuiswedstrijd van Ruijters Eaters. De nieuwe coach Mike Pellegrims en teammanager Huub Notten zetten fanatieker dan ooit tevoren in op de toekomst. In de bekerstrijd bleek al gauw de potentie van de ploeg. Na een valse start in het openingsweekend werd de ene na de andere tegenstander aan de zegekar gebonden en eindigde Geleen knap als tweede. In de halve finale werd Nijmegen verslagen en maakten de fans zich op voor de bekerfinale op 20 januari 2010 tegen Den Haag, die werd beslist met een heuse buzzer beatervan Mike Forgie (2-3). De bekerwinst leek echter eerder een vloek dan een zegen toen enkele dagen later niet alleen de coach en de teammanager aankondigden aan het einde van het seizoen te gaan stoppen, maar ook de voorzitter met onmiddellijke ingang zijn taken neerlegde. Jack America (enkele weken eerder opgestapt bij de NIJB) werd de nieuwe preses en manager Notten herriep zijn beslissing. Geleen kon aansluiten bij de goede prestaties van voor de bekerfinale en de spannende competitie werd pas op de laatste speeldag beslist. Geleen eindigde op de vierde plaats en moest het in de kwartfinale van de playoffs opnemen tegen Heerenveen. Ruijters Eaters maakte met een clean sweepkorte metten met de Flyers: het werd 4-2 in Glanerbrook en 3-4 in Thialf. Nijmegen (dat als eerste was geëindigd) werd in de halve finale het vuur na aan de schenen gelegd. In Triavium werd verrassend gewonnen (1-3) maar de winst in de thuiswedstrijd (6-5) had veel kracht gekost en bij de Gelderlanders het geloof teruggebracht. Het seizoen eindigde daarop na drie opeenvolgende nederlagen (6-3, 3-4 en 1-0)

2008

2008/2009; ploeg van Egen wederom finale-loos

Na de eerste trainingen en vier gewonnen oefenwedstrijden, waren de verwachtingen weer eens hooggespannen. De bekercompetitie werd echter een kleine ramp en Geleen bleef in het eerste weekend puntloos met een pijnlijke 2-5 thuisnederlaag tegen Groningen als eerste dieptepunt van het seizoen. Opvallend was dat de ploeg van Uli Egen het tegen topploegen als Den Haag, Tilburg en Nijmegen relatief goed deed, terwijl men het met de mindere broeders als Groningen, het dood gewaande Heerenveen en met name Eindhoven moeilijk had. Er werden spelers vervangen en de haperende doelpuntenproductie schreeuwde om een goaltjesdief. Eaters nam uiteindelijk een vijfde plaats in en miste daardoor de halve finale. In de strijd om het kampioenschap begon Ruijters Eaters met een goede reeks waarin ook weer het net wat vaker werd gevonden. Geleen eindigde achter Tilburg en Den Haag op de derde plaats en stuitte in de eerste ronde van de play-offs op Groningen. De Noorderlingen werden met tweemaal 5-2 geklopt en Den Haag werd de tegenstander in de tweede ronde. Door problemen met de beschikbaarheid van ijsuren in de Uithof, stemde Geleen in met twee uitwedstrijden achter elkaar. Daarin bleken de Limburgers zoveel energie verspeeld te hebben (4-1 en 4-2) dat de derde wedstrijd in de serie in Glanerbrook de laatste van het seizoen bleek te zijn, dat Eaters op even pijnlijke wijze afsloot als het begonnen was (1-6).

2007

2007/2008; geen finales onder tweede Duitse coach

Hyrsky bleek een eendagsvlieg voor Geleen. Het Eaters-bestuur kwam met de Duitser Ulrich ‘Uli’ Egen als zijn opvolger – voormalig Duits internationalmet talloze WK’s en Olympische Winterspelen op zijn naam. Ook als coach had hij heel wat ervaring opgebouwd en bovendien veel met jeugdspelers gewerkt. Een aantal spelers bleef, een aantal werd vervangen. De ploeg kende een moeizame seizoenstart en wisselde in de bekercompetitie overwinningen af met nederlagen. Naast zeven winstpartijen (waarvan twee in OT), bleef men vijf maal puntloos. Met de hakken over de sloot en mede dankzij uitslagen van andere ploegen wist Geleen zich te plaatsen voor de halve bekerfinale. Tegenstander Tilburg had meer moeite dan verwacht maar besliste de best-of-three serie toch 2-0. In Stappegoor werd het 6-1 en in Glanerbrook twee dagen later 3-4 na verlenging. 24 Duels in de strijd om de landstitel brachten vervolgens veertien overwinningen, één extra punt uit een verloren OT, en daarmee een plek in de halve finale van de play-offs. Ook hierin was Tilburg de opponent. De memorabele serie startte met een schokkende 1-2 overwinning van Geleen in het hol van de leeuw. Dankzij een uitmuntend staaltje tactiek en bijbehorende uitvoering, dreven spelers als goalie Frank Novello, aanvaller Ryan McLeod en verdediger Jeremy Stasiuk de Brabanders tot wanhoop. Toch ging de best-of-seven serie uiteindelijk naar de Trappers, ondanks een mogelijk nog verrassendere Eaters-winst in Tilburg in de derde wedstrijd (2-3). Ruijters Eaters slaagde er echter het hele seizoen niet in om de Brabanders op Geleens ijs te kloppen en dus hield het seizoen hier op.

2006

2006/2007; sinds lange tijd weer eens twee finales

Na drie seizoenen mocht Tenbult de scepter overdragen aan de Canadees Dave Hyrsky. Een aantal spelers bleef, maar het gros werd vervangen. Aan de Kummenaedestraat werd zelfs de eerste Eaters-Zweed verwelkomd. Eaters kende een trage start. In plaats van de Coupe der Lage Landen met Belgische teams, werd in twee poules met teams uit de eerste divisie om de Challenge Cup gespeeld met de poule-winnaars als finalisten. Geleen eindigde na de 10 duels op de derde plaats in Poule B achter Tilburg en Nijmegen. De daarop volgende bekercompetitie kende dezelfde eindstand, waardoor Nijmegen de tegenstander in de halve finale werd. Geleen verloor thuis in overtimemaar verraste vriend en vijand door in Nijmegen een 2-5 overwinning te behalen. Het was het eerste echte succes en de ploeg raakte op stoom, zodat het team als favoriet de bekerfinale tegen Amsterdam inging. Die ging jammerlijk verloren in de verlenging (2-3), waarbij de teleurgestelde Geleense coach nog een match penaltykreeg. Maar de ploeg was ontketend en met topscorer Brian McGarry in topvorm, eindigde Geleen op de eerste plaats. Hoe goed het team ook was en hoe gunstig de voortekenen ook waren, sport bleek ook nu weer onvoorspelbaar. En zo gebeurde het dat de titelkandidaat bij uitstek de best-of-five halve finale-serie tegen – uitgerekend weer – Heerenveen, ondanks thuisvoordeel, verrassend kansloos verloor (0-3).

2005

2005/2006; Tenbult sluit driejarenplan af zonder finales

Andy Tenbult moest het zonder zijn vaste assistent stellen. Er verscheen weer een hele lading nieuwe spelers op het Geleense ijs en het team won daardoor aanzienlijk aan kracht. Toch kon de ploeg in de Coupe der Lage Landen geen potten breken. In de tien wedstrijden werd zes maal gewonnen en vier keer verloren. In de bekerstrijd verging het Ruijters Eaters al niet veel beter. De overwinningen en nederlagen werden in de tien duels gelijkelijk verdeeld. In de halve finale trof men Tilburg en de Brabanders beslisten de best-of-two serie in hun voordeel, al moest er in Glanerbrook in het tweede duel een overtimeaan te pas komen. De competitie kende veel spannende wedstrijden; van deze zestien confrontaties eindigden er maar liefst zes in een gelijkspel na reguliere speeltijd. Geleen begon ijzersterk met negen winstpartijen op rij, waarvan vier in OT. Van de resterende zeven duels werden er drie gewonnen (1x in OT) en vier verloren (waarvan één in OT). Net als vorig seizoen werd daardoor wederom Heerenveen de tegenstander in de eerste play-off-ronde. Het enige verschil bleek het feit dat de serie nu niet in Geleen startte want de best-of-five serie eindigde ook nu weer met  3-1 voor de Friezen.

 

2004

2004/2005; wederom geen finales in tussenjaar

De coaches bleven, het team kreeg een revisiebeurt. Nieuwe imports, nieuwe Nederlands-Canadezen (onder wie een speler afkomstig van de naamgever Trail Smoke Eaters), nieuw vers Geleens bloed. Met Nijmegen en Den Haag terug op het hoogste plan, werd er met nog vier Belgische ploegen (Heist op den Berg, Turnhout, Leuven en Deurne) gestreden om de Coupe der Lage Landen. Amsterdam eindigde na 18 wedstrijden op de eerste en Ruijters Eaters op een verdienstelijke derde plaats. In de bekercompetitie die daarop volgde, slaagde Geleen er niet in bij de eerste vier te eindigen en liep het team de halve finale mis. De playoffs om het kampioenschap werden wel bereikt en daarin was Heerenveen de tegenstander in de best-of-five serie. Na een mooie thuisoverwinning (6-2) bleek de koek echter op en sloot de ploeg het seizoen af met drie nederlagen op rij.

2003

2003/2004; geen finales in opbouwjaar

Andy Tenbult kwam aan het roer en John van Sloun werd zijn assistent. Er werd nadrukkelijk naar rust in en om de selectie gezocht en de heren kregen drie jaar de tijd om een team op te bouwen dat uiteindelijk weer om de prijzen mee moest doen. Er kwamen nog maar vier ploegen uit in de Superliga en het seizoen werd samen met vijf Belgische ploegen gestart met de strijd om de heringevoerde Coupe der Lage Landen. Die werd na 16 wedstrijden overtuigend gewonnen door Heerenveen, gevolgd door Amsterdam, Tilburg en Geleen. De Nederlandse bekercompetitie kende een andere opzet, waarbij in een finaleweekend in Eindhoven de halve finales op zaterdag en de finale op zondag werd gespeeld. Geleen werd voor een plaats in de finale gekoppeld aan Amsterdam en men kon de hoofdstedelingen twee periodes lang goed partij bieden en de stand gelijk houden. In de slotperiode (0-5) werd duidelijk wie de langste adem had. Ook in de playoffs om het kampioenschap was Amsterdam de tegenstander. Het eerste (uit)duel leverde een enigszins hoopvolle nederlaag op (6-4) maar in Glanerbrook kon de thuisploeg nooit een vuist maken (3-9). Het seizoen eindigde voor Ruijters Eaters met een toch ontluisterend 11-1 verlies in de Jaap Edenhal.

 

2002

2002/2003; terugkeer van Chris Brant in seizoen om snel te vergeten

In de zomer van 2002 gonsde het van de geruchten. Coach Wolf mocht toch blijven en er werd gestart met het vastleggen van de nieuwe selectie. Opeens was er het bericht dat er toch een andere coach zou komen, waarschijnlijk onder druk van spelers en sponsoren. Het werd Wil Zwarthoed. Er werd ook weer een meer Oost-Europese importkoers gevaren. Daarnaast deed ook Chris Brant (die na het seizoen 93/94 naar Engeland was vertrokken) zijn belofte gestalte om zijn laatste seizoen vóór terugkeer naar Canada in Geleen te spelen. Net als vorig jaar leverden de oefenwedstrijden de nodige verwachtingen op, maar ook nu kwam Ruijters Eaters van een koude kermis thuis. In de eerste speelronde – de competitieopzet bleef nagenoeg ongewijzigd – eindigde Geleen op de laatste plaats, 21 punten achter Amsterdam dat de eerste bekerfinalist werd. Na drie nederlagen op rij in de tweede speelronde, greep het bestuur in: Brant werd op non-actief gesteld, Zwarthoed werd vervangen door de Let Gints Bikars (die al hoofdtrainer was bij de Geleense jeugdafdeling) en er werd een nieuwe import aangetrokken. Enkele weken later werd Brant weer in genade aangenomen, maar het hielp allemaal niets. Geleen eindigde wederom op de laatste plaats en Tilburg werd de tweede bekerfinalist. In de derde speelronde raakte Eaters van de regen in de drup met als dieptepunt de 3-12 thuisnederlaag (plus massale vechtpartij met The Chief in een hoofdrol) tegen Amsterdam. Na drie laatste plaatsen uit drie speelrondes en een aantal spelerswisselingen werd met een verrassend nieuwe coach – Manfred Wolf werd uit de hoge hoed getoverd! – begonnen aan de vierde speelronde. Herstel leek ingezet maar alle negatieve factoren bleken een plek in de playoffs uiteindelijk in de weg te staan. Een seizoen met heel weinig hoogtepunten was voorbij.

2001

2001/2002; geen finales onder ervaren Duitse coach

Er werd een opvolger voor Jos Lejeune gepresenteerd. De bij onze Oosterburen legendarische Manfred ‘Mannix’ Wolf – Duitse record-international en gevierd coach. De ploeg – die het voor het eerst in 14 seizoenen zonder Marcel Houben moest stellen – werd voorzien van Noord-Amerikaanse imports en Nederlands-Canadezen en zelf een Finse-Canadees. Ruijters Eaters won de vier oefenwedstrijden met goed spel en werd prompt gebombardeerd tot titelkandidaat. In de Superliga, zoals de hoogste divisie nu heette, kwamen echter maar vijf ploegen uit. Om er nog iets van te maken kwam de NIJB met een ingewikkelde competitieopzet, waarin vijf rondes werden gespeeld en waarin ook nog eens bonuspunten konden worden verdiend. De winnaars van rondes een en twee zouden zich plaatsen voor de bekerfinale. Blessureleed, een achterstand in fysieke conditie alsmede een schrijnend zwak optreden in uitwedstrijden, zorgden voor een slechte eerste speelronde. In de tweede en derde ronde was er enig herstel maar de bekerfinale werd niet bereikt (wel door Tilburg en Heerenveen) en in de vierde was het spel weer allerbelabberdst. Toen in de vijfde ronde de kans op het halen van de playoffs steeds kleiner werd, werd de roep om het ontslag van de coach steeds luider. Het bestuur gaf uiteindelijk geen gehoor hieraan maar deed een beroep op de spelersgroep, die zich vervolgens uit een kansloze positie wisten terug te knokken naar een plaats in de playoffs. Helaas troffen ze daar Amsterdam, dat later kampioen werd…

2000

2000/2001; bekerfinale met herenigde Loos-broers.

Het ingeslagen importbeleid was in de tweede helft van vorige seizoen al voortgezet met de vervanging van de enige Canadees door Marian Uharcek. Deze Slowaakse crack zou zich ontpoppen tot een topscorer op de Nederlandse ijsbanen. Zijn scorings-instinct kwam optimaal tot zijn recht bij de afschaffing van de twee-lijnen pass, waardoor aanvallers niet meer bij de middellijn hoefden te blijven hangen om onsidete blijven. Ze waren helemaal aan de blauwe lijn veel moeilijker te verdedigen. Met de Belgische bondscoach Jos Lejeune als coach ging men op trainingskamp naar Tsjechië. Het werd niet alleen een gezellige trip, maar ook een waarvan werd teruggekeerd met nog meer Oost-Europese versterking. Dat resulteerde in een ijzersterke bekercompetitie waarin Geleen de enige ploeg was die Tilburg kon bijbenen. Na tien wedstrijden bleven de Brabanders 1 puntje voor en plaatsten beide ploegen zich voor de bekerfinale die twee maanden later zou plaatsvinden. Ondertussen werd in de kampioensstrijd duidelijk dat de ploeg weliswaar aan kracht en ervaring had gewonnen, maar dat de selectie (te) krap was. In de tussentijd was het tijd voor de bekerfinale en hierin kreeg Geleen een lesje in doeltreffendheid en won Tilburg dankzij een geflatteerde 6-0 overwinning de beker. Geplaagd door blessures raakte Ruijters Eaters steeds verder achterop maar wist zich uiteindelijk toch nog op een tweede plek te plaatsen voor de playoffs. Hierin bleek Nijmegen echter te sterk; Tilburg was dit seizoen ongenaakbaar en won dan ook uiteindelijk de titel.

1999

1999/2000; terug naar hoogste plan door samenvoeging Ere- en Eerste Divisie

De terugkeer op het hoogste niveau ging gepaard met een nieuwe hoofdsponsor (Ruijters) de terugkeer van een aantal bekende – Belgische – spelersgezichten, een golf aan Oost-Europese imports en veel eigen jeugdspelers met ex-Eaters-verdediger Peter Bol aan het roer. Nadat het eerste team de laatste twee seizoenen onder de vlag van de Jeugdafdeling had gevaren, was nu een nieuwe stichting met een eigen bestuur nodig. Doelstelling was om met deze jonge ploeg (meer dan de helft was jonger dan 21 jaar) niet als kanonnenvoer te dienen. Het team voldeed meer dan aan deze verwachtingen. Zes wedstrijden om de Beker van Nederland werden gewonnen, waarvan 2 in OT. Zes duels gingen verloren, waarvan 1 in OT. Vooral in Glanerbrook beten tegenstanders regelmatig hun tanden stuk op de inzet en teamgeest van Ruijters Eaters. Ook in de reguliere competitie bleek Geleen een geduchte tegenstander. Wederom eindigde Eaters op een vijfde plaats en miste daardoor net de playoffs. Wat restte was de strijd om de Hans Teengs Gerritsen-bokaal, waarin nu geen ploegen uit de Eerste Divisie aan deelnamen, maar slechts de laatste drie van de Superliga. Geleen leek daarin wat uitgeblust, want in de duels met Den Haag en Den Bosch als tegenstanders eindigde men als laatste met 8 punten uit evenveel wedstrijden en liep daardoor de finale mis. De Brabanders wonnen uiteindelijk de HTG-beker na een clean sweepin de best-of-five serie.

1998

1998/1999; prolongatie van beide titels

Met de introductie van de overtime, kende ook in de Eerste Divisie elke wedstrijd nu een winnaar. In de Coupe de Lage Landen-competitie bereikte Geleen onder de naam CEMA Eaters wederom een plaats in de finale tegen de nummer 1 van de Belgische poule. De eerste wedstrijd, uit op de open ijsbaan van Herentals, werd in de tweede periode bij een 2-2 tussenstand gestaakt na een keiharde bodycheck van de Tsjechische HYC-verdediger Jara Sipek op het Geleense jeugdige aanvalstalent Lambert Keulen. Op Geleens ijs won Eaters op basis van een betere slotperiode met 7-6 en dus wederom de Coupe. Langzaam werd de roep om terugkeer naar de hoogste divisie steeds luider. In de kampioensstrijd werden 18 duels gespeeld, waarvan Geleen er 15 wist te winnen, waarvan 2 in OT. De nummers 1 en 2 (Geleen en Den Bosch) plaatsten zich daarmee voor de kampioenschapsfinale maar eerst konden beide ploegen eens proeven aan het niveau van de hoogste divisie (de Superliga) in zes wedstrijden om de Hans Teengs Gerritsen bokaal. Hierin namen zij het op tegen de laatste twee teams van de Superliga (Den Haag en Deurne). Geleen wist 3 van deze duels te winnen en moest in de halve playoffs-finale zijn meerdere herkennen in Deurne dat in twee van de drie wedstrijden de bovenliggende partij was en uiteindelijk ook de HTG-beker won van Den Haag. Eaters kon zich opmaken voor de titelstrijd: na een benauwde 2-1 thuisoverwinning in het eerste duel van de best-of-five serie, werd in de Brabantse hoofdstad een overtuigende 0-6 zege behaald. Met de champagne al koud in Glanerbrook, stelde Red Eagles het kampioensfeest nog een weekje uit (3-5). CEMA Eaters wist op 20 maart na een 2-6 winst in de nieuwe ijshal van Den Bosch de titel in de Eerste Divisie te prolongeren. De Superliga lonkte.

 

1997

1997/1998; vriendenploeg wint twee prijzen na vrijwillige degradatie

Na het moeizame seizoen 96/97 kwam Geleen nu voor de vierde keer in haar bestaan uit op het tweede nationale ijshockeyplan. Bijna was het eerste team helemaal verdwenen maar dankzij inspanningen van Lord Geurts, de bereidwilligheid van het recreatieve team de Anno´s (dat bestond uit voormalige Eaters-spelers) en hoofdsponsor CEMA, werd de ploeg onder de naam Smoke Eaters Geleen ingeschreven in de Eerste Divisie. Het seizoen werd begonnen met de Coupe der Lage Landen waar in twee poules (een Nederlandse en een Belgische) om gestreden werd. De Nederlandse poule bestond uit 7 ploegen en er waren slechts 6 wedstrijden. Hierin verloor Eaters maar 1 puntje: 8-8 tegen Den Bosch. Die ploeg was al net zo succesvol geweest maar op doelsaldo eindigde Geleen op de eerste plaats. Daardoor werd Leuven de tegenstander in de kruisfinale. De ploeg uit de Belgische poule bleek een harde noot voor Geleen. De uitwedstrijd van de best-of-two serie werd weliswaar met 6-11 gewonnen, maar in Glanerbrook leed de thuisploeg een 5-7 nederlaag en werd op basis van het doelsaldo de finale bereikt. Hier wachtte Den Bosch, dat in beide duels met 6-2 werd geklopt. Het succes van de Coup-winst vlak voor de Kerst smaakte naar meer en in de competitie die uit 12 wedstrijden bestond, werd alleen van Den Bosch (uit) en Nijmegen (thuis) verloren. De nummers 1 (Geleen) en 2 (Dordrecht) speelden om het kampioenschap en na een 7-3 thuiswinst werd op Dordts ijs (2-6) op 14 maart 1998 de titel binnengehaald.

1996

1996/1997; zeer middelmatig seizoen vol onrust.

De prestaties van net vorige seizoen waren uiteindelijk boven verwachting geweest op alle vlakken en daarom was de presentatiegids voorafgaande aan dit seizoen doorspekt met de hoop op nog groter sportief succes, bestuurlijke uitbreiding en financiële stabiliteit. Het Geleense publiek moest aan maar liefst acht nieuwe gezichten wennen, net als aan het nieuwe Eaters-tenue waarin voor het eerst de kleur blauw overheerste. Het werd een turbulent seizoen. De shirtsponsor – een bedrijf dat levensverzekeringen verkocht – bleek niet zo’n betrouwbare partner waardoor toegezegde sponsorgelden achterbleven. Coach Cliff Stewart werd na nog geen maand aan de kant gezet voor assistent coach/teammanager Wil Zwarthoed. Buitenlanders vertrokken, de nieuwe goalies bleken onder de maat, er werd een beroep gedaan op oudgedienden. Zelfs Mister Eater Marcel Houben zocht enkele weken zijn ijshockeyheil in het buitenland. Sportief gezien werd het een middelmatig seizoen. In de bekercompetitie (uitgebreid met Utrecht, Deurne en Dordrecht, zodat hier acht ploegen aan deelnamen) werden slechts vijf van de veertien wedstrijden gewonnen. Datak Eaters, zoals de ploeg heette, eindigde op een anonieme vijfde plaats. Nijmegen eindigde bovenaan maar verloor de bekerfinale niettemin tegen Tilburg. In de strijd om het kampioenschap eindigde Heerenveen bovenaan en wist Geleen zich na zes overwinningen als vierde ternauwernood voor de play-offs tussenronde te plaatsen. Hier bleef Eaters na zes duels vierde en werd aan nummer 1 Nijmegen gekoppeld. Waar Tilburg in de halve finale alle zeven wedstrijden nodig had om Heerenveen te verslaan, voltooiden de Gelderlanders een clean sweepen sloot Datak Eaters het seizoen dus af met vier nederlagen op rij.

1995

1995/1996; een seizoen met een begin in mineur maar met positief gevoel op het einde .

De stichting waar de club onder opereerde, vroeg faillissement aan en zo leek het ijshockey na 27 jaar definitief verloren voor Geleen. William Bastiaan, Govert van der Vaart, Harry Loos en Piet Gardeniers startten echter een reddingsplan. In extremis werd er een nieuw bestuur gevormd en een nieuwe landelijke hoofdsponsor gevonden. Maar diens naam lekte voortijdig uit waardoor deze afhaakte en alle plannen op losse schroeven kwamen te staan. Uiteindelijk kon men dankzij de inzet van vele vrijwilligers, de nodige subsponsoren, vriendendiensten, alsmede grote salarisoffers van spelers en (de teruggekeerde) coach Cliff Stewart, van start met het seizoen. Gekleed in de oude Meetpoint-shirts – na de winterstop in de oude shirts van de B-jeugd – was de bekercompetitie voor de sterk verjongde ploeg vooral een goede voorbereiding op de rest van het seizoen en eindigde men op de vierde plaats achter Nijmegen (de latere bekerwinnaar), Tilburg en Heerenveen. Eindhoven en Dordrecht bleef men vóór. In de strijd om de landstitel maakte Geleen er bijna altijd een spannende wedstrijd van, pakte verrassend punten tegen topploegen maar morste er ook wel eens een paar tegen de wat zwakkere teams. Uiteindelijk leverde dat ook hier een vierde plaats op. De nummers 1 en 2 (Tilburg en Nijmegen) gingen rechtstreeks door naar de halve finale van de play-offs. In de kwartfinale werd Heerenveen gekoppeld aan Dordrecht en trof Eaters de nummer 5, Eindhoven. Daar werd in twee duels mee afgerekend (4-7 in de Lichtstad en 7-1 thuis) en dus wachtte Tilburg in de halve finale. In deze serie wist Geleen de huid duur te verkopen en kroop de regerend landskampioen meermaals door het oog van de naald. Na een benauwde 4-3 zege in de eigen hal (met een officieel schriftelijk Geleens protest na een twijfelachtige rol van de referee) won Trappers ook de volgende twee duels (3-5 en 3-1) om later wederom kampioen te worden, ten koste van Nijmegen. Geleen had geen finales bereikt maar fans, bestuur, sponsoren en vrijwilligers hadden wel weer eens genóten met import Travis Seale als één van de smaakmakers!

1994

1994/1995; veel sterren maar weinig team tijdens twee finales.

De succesvolle Meetpoint Eaters-jaren hadden niet het gehoopte kampioenschap opgeleverd en hadden veel geëist van de veerkracht van iedereen met een Eaters-hart. De ambities waren echter onveranderd en na het vertrek van dragende spelers naar het buitenland, werden spelers van verschillende Nederlandse teams alsmede verse imports en Nederlands-Canadezen naar Geleen gehaald. Er verscheen een onherkenbaar team aan de start onder leiding van de nieuwe coach Steve Gatzos. Op papier nagenoeg onverslaanbaar, was de club zelfs hofleverancier van Oranje. De nieuwe naam – Hatulek Heaters – en het bijbehorende vreemdelingenlegioen vielen echter niet goed bij het Geleense publiek, dat massaal wegbleef. De ploeg bleek bovendien niet bepaald een eenheid. Een flinke gemeentelijke subsidiekorting betekende een volgende fikse aderlating en de eerste broodspelers vertrokken. In de bekercompetitie bleef men wel na acht wedstrijden ongeslagen en werd de bekerfinale tegen Tilburg bereikt. In de zes weken daartussen veranderde het team compleet van samenstelling en op 25 januari waren het vooral de Brabantse nachten die lang duurden na een 1-8 bekerafgang in Eindhoven. In de strijd om het kampioenschap eindigde Geleen nog op een tweede plaats achter Tilburg, dat in de loop van het seizoen een opwaartse ontwikkeling had doorgemaakt. Nijmegen werd de tegenstander in de halve finale van de play-offs. Deze best-of-five serie werd op thuisijs begonnen met een 0-3 verlies maar daarna werd er drie keer op rij gewonnen voor een plek in de finale tegen Trappers. De ongelijke strijd leverde niet alleen drie achtereenvolgende verliespartijen op maar ook de grootste nederlaag in de play-offs (14-2 in de kampioenswedstrijd in Tilburg) sinds 1984.

 

1993

1993/1994; weer twee finales maar weer geen prijzen.

Meetpoint Eaters mocht zich dan wel bekerwinnaar noemen, toch voelde het vorige seizoen als een verloren jaar. Coach Doug Kacharvich bleef en er kwam een vijftal nieuwe spelers. De nieuwe ploeg bleek een ware doelpuntenmachine. In de bekercompetitie werd één keer verloren: in Tilburg was de thuisploeg met 4-3 de bovenliggende partij. Deze twee ploegen werden na een kleine competitie van zes wedstrijden de finalisten van de finale op 26 januari. Ondertussen scoorde en won Geleen in de reguliere competitie dat het een lieve lust was. Na 18 duels eindigde de ploeg ongeslagen bovenaan vóór Nijmegen, Rotterdam en Tilburg (allemaal op tien punten achterstand), die zich daardoor ook plaatsten voor de play-offs. De nummer twee had 100 (!) treffers minder gescoord en 27 meer tegentreffers toegestaan. Aan de twaalf play-off duels werd echter met een nederlaag begonnen en weer gebeurde dat in Tilburg (6-5). Het zou een voorbode zijn voor de rest van het seizoen want de bekerfinale in Eindhoven ging jammerlijk verloren (1-3). De nederlagen tegen de Brabanders werden de Geleense coach fataal en exact een jaar na diens aanstelling moest hij het veld ruimen voor Doug McKay, die enkele seizoenen terug nog met Rotterdam Geleen van de prijzen had afgehouden. Maar ook McKay kon de ploeg niet van het Joop Zoetemelk-syndroom afhelpen. Rotterdam werd weliswaar in de halve finale op vier opeenvolgende nederlagen getrakteerd maar in de finale bleek Tilburg dè Angtsgegnervan het seizoen. Nadat beide ploegen hun eerste twee thuiswedstrijden hadden weten te winnen, besliste Tilburg feitelijk de best-of-seven serie door in Geleen het vijfde treffen te winnen (3-5). In Tilburg werd het nog wel spannend (3-2) maar weer bleef Geleen met lege handen achter.

 

1992

1992/1993; seizoen vol hoogtepunten maar met einde in mineur.

Meetpoint Eaters ging Europa in omdat Utrecht financieel geen zin had in een buitenlands avontuur. En zo zag Geleen zich 9 en 10 oktober in het Oostenrijkse Villach in topduels geconfronteerd met het thuisteam (5-1 verlies) en het Russische Dynamo Minsk (sensationele 2-1 winst). In de bekercompetitie plaatste de ploeg van coach Cliff Stewart zich begin november ten koste van Eindhoven (29-0 in twee wedstrijden) voor de bekerfinale tegen Rotterdam. Twee weken later ontspoorde de succesvolle B-train toen Troy Binnie verrassend zijn vertrek aankondigde. Nog geen week later werd Rick Boh het slachtoffer van een aanslag toen hij een stick van een Nijmeegse speler in het gezicht kreeg en een drievoudige kaakfractuur opliep. In en tegen Villach was Brian Bruininks al uitgevallen (gebroken enkel) en dus kreeg Geleen van de NIJB toestemming om dit personele verlies tussentijds op te vangen met nieuwe imports. Zo kwam onder andere ex-NHL-er Joe Charbonneau in Nederland terecht. Geleen ging 6 januari als favoriet de bekerfinale in en dit keer maakte het die rol waar. Met 1500 uitzinnige Eaters-fans op de tribune en nog steeds zonder Rick Boh werd het 5-2. Maar dit zou pas de opmaat worden voor de titel, wist men. Het liep echter toch anders. Een maand na de bekerwinst werd Cliff Stewart ineens op straat gezet en met nog twee duels in de play-offs voor de boeg volgde Doug Kacharvich hem op. Meetpoint Eaters eindigde als koploper en trof Tilburg in de halve finale. In de best-of-seven serie werd het 4-1. In de andere serie rekende Nijmegen met dezelfde cijfers af met Rotterdam. Tot de dag van vandaag wordt de finaleserie die volgde door de Gelderlanders gekoesterd als hun mooiste kampioenschap ooit, want de torenhoge favoriet Geleen werd geklopt. Vraag niet hoe, maar het werd 4-2.

 

1991

1991/1992; twee finales, geen prijzen ondanks B-Train.

Een nieuw bestuur, een nieuwe organisatie, een nieuwe hoofdsponsor (Meetpoint), een half dozijn nieuwe spelers (onder wie Troy Binnie, waardoor de fameuze B-train aanvalslijn ontstond) en een nieuwe – oude – coach (George Peternousek) die al na 6 wedstrijden (drie maal winst en drie maal verlies) vervangen werd door voormalig bondscoach Cliff Stewart. Onder de ijzeren discipline van de Canadese oefenmeester noteerde de ploeg meteen een ongeslagen reeks die maar liefst veertien wedstrijden aanhield. Sportief succes kon niet uitblijven en Meetpoint Eaters plaatste zich voor de bekerfinale tegen Tilburg. De Brabanders voerden op dat moment weliswaar de ranglijst aan, maar hadden nog geen duel tegen Geleen weten te winnen. Duizend Eaters-fans trokken op 22 januari 1992 vol goede moed naar Eindhoven om vervolgens van een koude kermis thuis te komen. Tilburg (met voormalig Eaters-speler en -coach Don Fraser achter de bank) ging met de beker aan de haal: 5-2. Het vizier werd op de titel gericht en waar Rotterdam in de ene halve finale van de play-offs op Utrecht stuitte, was de andere best-of-three serie een rematch van de bekerfinale. Utrecht had aan drie duels genoeg om de finale te bereiken; Geleen één wedstrijd meer. Na een 9-3 nederlaag in de eerste confrontatie in Tilburg, werd het thuis 6-3, uit 3-4 en thuis 5-4 na een zinderende ontknoping in overtime. De finalereeks tegen Utrecht werd feitelijk in de derde wedstrijd beslist. Bij de stand 1-1 in de serie (beide ploegen hadden hun thuiswedstrijd weten te winnen) begon Geleen in Utrecht aan de slotperiode met een 1-3 voorsprong. 28 Seconden vóór tijd werd echter de gelijkmaker gescoord en in de verlenging verloor men zelfs. In Glanerbrook vierden de bezoekers twee dagen later de prolongatie van hun titel: 3-5.

1990

1990/1991; geen finales.

Coach Tore Pettersson had het einde van het vorige seizoen niet gehaald. Hij was in februari vervangen door Don Fraser die in december vanuit Den Bosch (waar hij zou gaan coachen) als ervaren import naar Geleen was gehaald. Fraser stond nu als coach voor de groep. Zeven nieuwe spelers werden er in de presentatiegids van dit seizoen voorgesteld. In het team kreeg publiekslieveling Chris Brant gezelschap van zijn landgenoten Rick Boh en goaltjesdief Shawn Harrison. Het had weinig gescheeld of het Geleense ijshockey had (weer eens) opgehouden te bestaan door financiële- en licentieproblemen. Door toedoen van persoonlijke inspanningen van burgemeester Hans Lurvink kon Intercai Eaters uiteindelijk toch uitkomen in de Eerste Divisie. Door het strenge(re) licentiebeleid kwamen slechts zeven ploegen uit in de bekercompetitie. Zonder oefenwedstrijden en met slechts twaalf spelers begon de ploeg aan het seizoen. De ploeg eindigde na 24 wedstrijden op een vierde plaats. In de play-off-strijd werd de halve finale bereikt tegen Tilburg maar de Trappers bleken te sterk. In de bekerstrijd die daarop in de nieuwe competitie-opzet volgde, werd Nijmegen in de kwartfinale uitgeschakeld. In de halve finale dolf men het onderspit tegen Rotterdam, al kwam het in de best-of-two serie aan op het aantal gescoorde uitdoelpunten, nadat beide teams hun thuiswedstrijd niet hadden weten te winnen. Rotterdam had in Geleen met 5-6 gewonnen en in Rotterdam werd het 2-3. Zo liep Geleen de bekerfinale mis, inclusief 20.000 gulden (€9.000) en exposurevia een live uitzending op RTL4. Rotterdam werd later bekerwinnaar ten koste van Utrecht, terwijl de Domstedelingen de titel pakten tegen Tilburg.

1989

1989/1990; de eerste Zweedse coach en de komst van Chris Brant.

In de loop van het vorige seizoen had het Geleense kabelbedrijf Intercai zich al bereid verklaard als shirtsponsor op te treden en onder deze naam nam Geleen nu officieel deel aan de ijshockeycompetitie. Mike Daski werd vervangen door de Zweed Tore Pettersson. Een groot aantal spelers verliet de selectie en zo werden weer negen nieuwe gezichten verwelkomd in de Waereldsjtad. De verwachtingen waren (wederom) hooggespannen en de roep om eindelijk eens kampioen te worden was luider dan ooit. In de bekercompetitie werd gespeeld tegen Den Bosch, Tilburg, Nijmegen, Heerenveen, Groningen, Utrecht en Rotterdam. Laatstgenoemde was ook nu weer beresterk en eindigde na 28 wedstrijden bovenaan, vóór Nijmegen (op 13 punten) en Geleen (op 1 punt). De trend van het afgelopen seizoen om tijdens de transferperiode in december (een aantal van) de imports te vervangen, werd ook nu doorgezet en bracht halverwege het seizoen onder andere de Canadese Mohawk-indiaan Chris Brant naar Geleen. Maar ook hij kon niet verhinderen dat Intercai Eaters de finalereeks uiteindelijk niet haalde. In de strijd om de play-offs werd na 10 wedstrijden weliswaar een tweede plaats en daarmee thuisvoordeel in de halve finale behaald, maar Nijmegen maakte korte metten met de Limburgse titelaspiraties: in Geleen werd het 1-4 en in Nijmegen zelfs 8-2. Rotterdam wist de titel te prolongeren.

1988

1988/1989; nog nooit zo dichtbij de titel.

Het logo van de Hartstichting bleef, evenals coach Mike Daski. Er verschenen echter wederom acht nieuwe gezichten in Glanerbrook, zoals de nieuwe thuishaven nu heette. Geleen trof in de bekerstrijd op zeven ploegen, waarbij Eindhoven vervangen was door Den Bosch. Ook nu draaide Geleen bovenin mee en eindigde na 28 wedstrijden wederom op de vierde plaats, met evenveel punten als de ploeg vóór zich. Met dezelfde competitie-opzet als vorig seizoen speelde men 10 wedstrijden om de eindstand voor de play-offs. Hierin eindigde Smoke Eaters als tweede achter Rotterdam. Geleen werd daardoor gekoppeld aan nummer drie Nijmegen. In de Keizerstad werd met 7-9 en thuis met 8-6 gewonnen. In de finale wachtte Rotterdam, dat in de andere halve finale in drie wedstrijden had afgerekend met Tilburg. De best-of-five eindreeks tegen de Turbana’s werd één van de meest memorabele maar ook één van de meest frustrerende voor Smoke Eaters. In Rotterdam werd namelijk pas in de verlenging verloren nadat een 1-4 en 2-5 voorsprong uit handen was gegeven. Aan de Kummenaedestraat was het Geleen dat de extra tijd nodig had om te winnen (5-4). In de Havenstad was het verschil wederom minimaal (4-3), waarna Geleen in de volgende thuiswedstrijd ijshockeyles gaf aan de Rotterdammers: 4-0. In het beslissende treffen in Rotterdam ging de thuisploeg professioneler om met de omstandigheden en profiteerde handig van de niet altijd even gelukkige scheidsrechterlijke beslissingen (5-3). Hevig teleurgesteld hervatten de in acht bussen afgereisde Eaters-fans de lange terugreis naar Geleen, waar ze hun helden dankbaar opwachtten alsof ze kampioen waren geworden.

 

1987

1987/1988; vier tegentreffers in 90 slotseconden tijdens powerplay.

Smoke Eaters verscheen met het logo van de Nederlandse Hartstichting op de borst en werkte, doordat de verbouwing van de ijshal nog niet klaar was, de eerste thuiswedstrijden af in Aken. Er stond ook een nieuwe trainer/coach voor de groep: de door de wol geverfde Canadees Mike Daski. Maar liefst acht nieuwe gezichten verschenen in Geleense shirts en met een gemiddelde spelersleeftijd van 22,5 jaar stond alles in het teken van opbouw. In de bekercompetitie bleek dat vijf teams (Heerenveen, Nijmegen, Rotterdam, Geleen en Tilburg – tevens de eindstand) van de acht (Amsterdam, Eindhoven en Assen completeerden het achttal) bijzonder aan elkaar gewaagd waren. Geleen eindigde na 28 wedstrijden op een vierde plek, 4 punten achter de bekerwinnaar en 2 punten achter de nummer twee, maar met evenveel punten als de rest van de Top 5. De eerste zes ploegen plaatsten zich voor de play-offs die uit 10 wedstrijden bestond en ook daarin lagen de bovenste vijf dicht bij elkaar. Geleen eindigde na 5 overwinningen, 4 nederlagen en één gelijkspel als derde en werd daardoor gekoppeld aan Heerenveen in de halve finale om het kampioenschap. Nijmegen trof Tilburg in de andere best-of-five-serie. Smoke Eaters verloor de eerste (uit)wedstrijd nipt (3-2) en versloeg de Flyers in eigen huis ook met een minimale marge (4-3). In het Friese Haagje was de nederlaag duidelijk: 6-1, dus moest het vierde duel in Geleen gewonnen worden. Het werd een gedenkwaardig treffen waarin de Friezen op Houdini-achtige wijze in overtime hun seizoen wisten te verlengen om vervolgens in de finale te verliezen van Nijmegen.

1986

1986/1987; tweede en tweede met donkere wolken.

Phil Patterson en Kevin Mutch waren de volgende huurlingen die de titelaspiraties van Smoke Eaters duidelijk maakten. Er was echter nog een club die zich dat tot doel had gesteld en waar met heel veel geld een sterrenteam bij elkaar was gekocht: Rotterdam. Met het symbool van het Wereldnatuurfonds op de borst, bewezen de Panda’s onder andere   in beide rechtstreekse bekerduels dat het wel degelijk mogelijk was een kampioenschap te kopen. Smoke Eaters bleef moeite hebben om uit even sterk te spelen als thuis en eindigde daardoor op een tweede plaats. Amsterdam, Tilburg, Groningen, Nijmegen, Heerenveen en Eindhoven volgden. De top 6 speelde het restant van het seizoen om de landstitel en ook hier waren Rotterdam en Geleen de sterkste teams. Wederom was er een aantal verrassende verliespartijen en onnodig puntverlies maar bewees Smoke Eaters ook dat Rotterdam niet onverslaanbaar was door de gedoodverfde favoriet in de een-na-laatste thuiswedstrijd met 6-5 te kloppen. De eindstand koppelde Geleen aan Amsterdam in de halve finale van de  play-offs. Thuis werd met 5-2 gewonnen maar uit bleken de Eaters niet sterk genoeg (8-7, OT) waardoor een beslissende derde wedstrijd nodig was die bij een 5-1 stand in de 46e minuut gestaakt werd. Rotterdam, dat in de andere halve finale aan twee wedstrijden genoeg had gehad om Groningen uit te schakelen, werd de verwachte tegenstander in de finale. Na een afstraffing in de uitwedstrijd (8-0, waarna de terugreis naar Geleen vertraging opliep omdat er in de spelersbus was ingebroken en het paspoort van coach Peternousek gestolen was) werd ook in Geleen verloren (2-4). Achteraf bleek dat het niet veel gescheeld had of de Rotterdamse ploeg was vóór de play-offs uit elkaar gevallen omdat het tussen de sterspelers onderling niet boterde. Met dank aan gesprekken ergens op de hei met haptonoom Ted Troost (die daardoor ook bij het nationale team werd gehaald) was het toch nog goed gekomen. Bij Geleen kende men andere problemen; het zoveelste faillissement was afgewend en er waren de nodige perikelen rondom de verbouwing van de ijshal.

 

1985

1985/1986; serieuze gooi naar titel met steeds minder Geleense spelers.

De versterking van de ploeg werd uitgebreid. Een uniek banenplan bracht onder andere  topspelers uit Nijmegen (Rob van Steen en Bill Wensink) en Heerenveen (Peter Bol) naar de Kummenaedestraat. Met de komst van Peter-Paul van Rooy en John Paans won de Geleense defensie danig aan kracht. Maar het betekende ook dat er steeds minder Geleense jongens in het team te zien waren. Het seizoen begon met de Beker van Nederland waar negen ploegen om streden: Den Bosch, Heerenveen, Den Haag, Tilburg, Groningen, Nijmegen, Eindhoven en Geleen. Smoke Eaters speelde een dijk van een bekercompetitie, won 10 van de 16 duels, verloor er 3 en speelde 3x gelijk. Goed voor een knappe tweede plaats, één puntje achter bekerwinnaar Eindhoven. Eaters-fans waren het er over eens: hun ploeg ging voor het eerst sinds lange tijd weer meespelen om de prijzen. En dat had zeker gekund, ware het niet dat de ploeg naast sterke thuiswedstrijden opvallend zwakke prestaties in uitwedstrijden liet zien. Mede daardoor eindigde Geleen op de derde plaats achter Tilburg dat Groningen (met onder andere Leo Koopmans, Joep Franke en Wayne van Dorp) voor moest laten gaan. De top 5 plaatste zich voor de play-offs. Daarin deed Smoke Eaters een serieuze gooi naar de titel. Het verloor echter één keer teveel en werd daardoor ‘slechts’ tweede achter Groningen, ondanks een knappe 7-8 uitoverwinning in het voorlaatste duel tegen de latere landskampioen – overigens het enige verlies in de play-offs voor GIJS.

1984

1984/1985; shirtsponsor aan het begin van driejarenplan.

Als coach werd de voormalige Tilburgse topspeler George Peternousek binnengehaald met Henri Frenken als zijn assistent. Voor het eerst in de clubhistorie was er een heuse shirtsponsor waardoor de ploeg niet meer onder de naam Smoke Eaters werd aangekondigd maar als Data Union Geleen aan de beker- en kampioenschapscompetitie deelnam. Op papier was dit het sterkste team sinds jaren en de verwachtingen waren bij het begin van het seizoen dan ook hooggespannen. Het duurde echter acht duels voordat Geleen als winnend team het ijs verliet (7-14 in en tegen Utrecht) en de eerste punten kon bijschrijven in de strijd om de Beker van Nederland. Daaraan deden nog acht ploegen mee: Den Haag, Eindhoven, Den Bosch, Tilburg, Nijmegen, Groningen, Heerenveen en Amsterdam. Dat was ook de eindstand van plaats 8 naar 1. Utrecht was de zwakste ploeg tijdens deze 18 wedstrijden en Geleen won ook de return in Geleen (20-2). De twee andere overwinningen in de bekerstrijd waren uit in Den Haag (6-8) en thuis tegen Tilburg (6-4). Kijkend naar de Geleense doelpuntenproductie had Data Union drie plaatsen hoger moeten eindigen. Maar de ploeg incasseerde teveel tegentreffers om een rol van betekenis te spelen. Net als enkele seizoenen terug werden de resultaten van de bekerduels meegenomen naar de strijd om de landstitel. Geleen kon in deze tweede serie van 18 wedstrijden het tij niet keren. Er werden weliswaar zeven overwinningen geboekt maar de verdediging bleef de zwakke plek van de Limburgers, waardoor de ploeg op de negende plek bleef.  Amsterdam schreef de titel op zijn naam.

1983

1983/1984; play-offs gehaald.

Van Valkenburg kwamen Andy Tenbult en Jamie Conroy de Geleense gelederen versterken. Vanaf dat jaar werd structureel ingezet op teamversterking en de twee leverden een welkome bijdrage daaraan. De ploeg werd gecoacht door oud-speler Henri Frenken (die ook nog speelde) en kwam uit in de Coupe der Lage Landen samen met Den Bosch, Eindhoven, Groningen, Amsterdam, Tilburg, Nijmegen en Heerenveen (dat uiteindelijk de Coupe won). Smoke Eaters speelde 28 CLL-wedstrijden, won er 7, verloor er 17 en speelde 4x gelijk. Met een doelsaldo van -77 (127-204) eindigde de ploeg op de zesde plaats. Volgens de competitie-opzet van dat seizoen plaatste Geleen zich daarmee als laatste ploeg voor de strijd om de play-offs. Het opvallende is dat de eindstand om de CLL exact intact bleef na 10 competitiewedstrijden zonder dat de CLL-resultaten werden meegenomen. Smoke Eaters noteerde 1 winst- en 9 verliesduels, incasseerde 87 treffers en wist zelf 38 maal het doel te vinden. Zo werd de nummer 6 in de play-offs gekoppeld aan nummer 1: Heerenveen. Duidelijk een kansloze missie: na een 15-5 uitslag in de Friese hoofdstad werd het een dag later in Geleen 2-11.

1982

1982/1983; stijf onderaan.

Smoke Eaters keerde tegen alle verwachtingen in terug in de Eerste Divisie, waar men in de bekercompetitie (de Coupe Nationale Nederlanden) uitkwam tegen Amsterdam, Den Bosch, Den Haag, Tilburg, Eindhoven, Heerenveen en Nijmegen. Na zes verliespartijen op rij was er het eerste puntje (2-2 thuis tegen Den Haag). Daarna werd er weer vier keer verloren alvorens de eerste overwinning geboekt werd (6-4 thuis tegen Amsterdam). Uiteindelijk volgden er nog twee winstpartijen en een gelijkspel. In totaal gingen 23 van de 28 duels verloren, en kwam men op een doelsaldo van -126 uit (99-225). Het betekende een afgetekende laatste plaats voor de Limburgers. Geleen speelde daardoor met Eindhoven, Den Bosch en Amsterdam promotie/degradatie met de eerste twee ploegen uit de Tweede Divisie (Assen en Utrecht). Smoke Eaters wist van deze 10 wedstrijden er evenveel te winnen als te verliezen met een +32 doelsaldo (80-48). Dat betekende een derde plaats in deze nacompetitie.

1981

1981/1982; Anton en Vosatko herenigd.

Na twee rampjaren moest het nu echt anders en de club kwam voor de derde keer in haar bestaan uit in de Tweede Divisie. Ook daar was er een competitie om de Coupe der Lage Landen, waar zeven ploegen om streden: Utrecht, Valkenburg (!), Geleen, Brussel (dat de Coupe uiteindelijk won), Heist op den Berg, Herentals en Luik. Geleen begon het seizoen met iets waar de fans al meer dan anderhalf jaar lang op hadden moeten wachten: een overwinning! In de resterende elf duels werd nog drie keer gewonnen maar ook vijf keer verloren. Na drie gelijke spelen leverde dat uiteindelijk elf punten, een negatief doelsaldo (51-61) en een derde plaats op. Ook in de Tweede Divisie werden de CLL-resultaten meegenomen in de titelstrijd en mede daardoor eindigde Brussel weer op de eerste plaats en bleef Geleen op de derde. In de tweede serie van twaalf wedstrijden boekten de Smoke Eaters zeven overwinningen, was er vier keer verlies en speelde men één keer gelijk. Het doelsaldo werd uiteindelijk positief (119-111 na 24 duels). Geleen was achter Valkenburg geëindigd en deze twee ploegen speelden met de laatste vier uit de Eerste Divisie (Den Haag, Leeuwarden, Den Bosch en Eindhoven) om promotie/degradatie. De vijf bonuswedstrijden leverden één puntje op (6-6 tegen Valkenburg) en een doelsaldo van -44. Jiri Anton en Mirek Vosatko hadden vroeger betere resultaten samen gekend.

1980

1980/1981; tweede desastreuze jaar op hoogste plan.

Wie dacht dat Geleen lering zou trekken uit de pijnlijke terugkeer op het hoogste Nederlandse ijshockeyplan, zag tot zijn verbazing dat men niet besloot om een divisie lager uit te komen. De hoop van alles en iedereen die Smoke Eaters een warm hart toedroeg – namelijk dat het dit seizoen anders zou gaan – bleek een ijdele. Er kon nu weliswaar wel worden ingeschreven voor de CLL-competitie, maar sportieve vreugde leverde dit niet op. Geleen nam het op tegen Amsterdam, Heerenveen, Tilburg, Nijmegen, Groningen, Den Bosch, Assen en Utrecht. De statistieken spreken voor zich: zestien duels, vijftien nederlagen en één schamel gelijkspel tegen Den Bosch: 7-7. 43 Doelpunten vóór en een recordaantal van 205 treffers tegen. Aan het brein van de NIJB was de opzet ontsproten om de wedstrijden van de Coupe (die Amsterdam overigens won) ook mee te nemen in de strijd om het landskampioenschap. Dat zorgde er uiteindelijk voor dat de Geleense ijshockeyers en hun fans, bestuur, vrijwilligers en sympathisanten helemaal murw werden geslagen. In de resterende zestien competitieduels verloor Smoke Eaters evenveel keer. Er werden tien doelpunten minder gescoord dan in de eerste zestien wedstrijden en tien tegentreffers meer toegestaan. Het meest trieste seizoen in de geschiedenis van Limburgs ijshockeytrots (met als dieptepunt het 29-0 verlies in Amsterdam op 9 januari 1981) kon niet snel genoeg eindigen. Maar de gifbeker moest helemaal leeg in de nacompetitie. Terwijl Heerenveen de titel won in de play-offs, speelde Geleen nog tweemaal drie wedstrijden tegen Utrecht, Den Bosch en Groningen. Dat leverde één puntje op (4-4 tegen Utrecht), 26 zelf gescoorde goals en 76 tegentreffers.

1979

1979/1980; toch terug in de Eerste Divisie

De rentree op het hoogste plan ging gepaard met de fenomenen teammanager (Wim Zonnenberg) en imports (Darryl Ulrich en Serge Dubois). Smoke Eaters zag zich gedwongen om af te zien van deelname aan de Coupe der Lage Landen omdat er geen of pas heel laat ijs te huur was in Geleen. De club liep daardoor (thuis)wedstrijden en dus inkomsten mis en de – gebrekkige – seizoensvoorbereiding vond plaats op het eeuwige ijs in Den Bosch. Er speelden tien clubs in de Eerste Divisie: Nijmegen, Den Haag, Den Bosch, Utrecht, Tilburg, Groningen, Amsterdam, Heerenveen, Heist op den Berg en Geleen. Promotie bleek een ontnuchtering; na zeventien (!) nederlagen op rij, volgde er in de allerlaatste wedstrijd op 13 januari 1980 de enige overwinning van het seizoen: 7-3 thuis tegen Utrecht. Smoke Eaters eindigde triest onderaan, waarbij het 60 keer had weten te scoren en daarnaast maar liefst 186 tegentreffers had moeten incasseren. Nieuw dit seizoen was de play-off/nacompetitie. Waar de eerste vier ploegen play-offs speelden om het landskampioenschap (uiteindelijk gewonnen door Heerenveen) speelden de onderste zes teams een nacompetitie en daar werden de Eaters-fans ook niet vrolijk van. Hier alleen maar verliespartijen. In die 10 wedstrijden werden maar zeventien doelpunten gemaakt en werd er 96 keer tegen gescoord!

1978

1978/1979; receptie aan het einde van het seizoen!

De competitieopzet bleef onveranderd, de deelnemers en hun aantal niet. Om de Coupe der Lage Landen speelden Rotterdam, Tilburg 2, Geleen, Den Haag, Herentals, Deurne, Luik en Brussel. Laatstgenoemde wist als eerste te eindigen, gevolgd door Rotterdam op twee punten en Geleen op een mooie derde plaats daar weer twee punten achter. De veertien wedstrijden leverden naast 9x winst, 4x verlies en 1 gelijkspel ook de hoop op de landstitel op. Met de ervaring uit de CLL zag men in die strijd voornamelijk in Rotterdam de grote concurrent. In de eerste wedstrijd liet Smoke Eaters er in de Rotterdamse Weena-hal geen gras over groeien: 2-9. Toen de dag erna Tilburg op niet mis te verstane wijze aan de zegekar werd gebonden (16-3) was het duidelijk: het kampioenschap zat eraan te komen. Geleen liep uiteindelijk tegen 1 nederlaag op: uitgerekend tegen Rotterdam en uitgerekend in een thuisduel (5-6). Dat was trouwens in de voorlaatste wedstrijd van het seizoen toen de Limburgers al niet meer ingehaald konden worden en een aantal spelers met Jong Oranje onderweg was. Henri Frenken had op 18 februari 1979 het honderdste competitiedoelpunt voor Smoke Eaters gescoord, terwijl Henny Wilms zijn afscheid had aangekondigd bij het eerste team. In oktober 1978 waren bestuur, spelers en trainer nog stellig overtuigd geweest van het feit dat er bij een eventueel kampioenschap NIET gepromoveerd zou moeten worden. Hoe anders zag dat er uit in februari 1979, toen het kampioenschap daadwerkelijk werd binnengehaald en overal euforische vreugde heerste. En penningmeester Harrie Keulen had het uitgerekend: promotie naar de Eerste Divisie zou moeten kunnen, gebaseerd op een onkostenpost van 80.000 gulden (€36.000)…

1977

1977/1978; zonder Anton maar met Vosatko.

De competitieopzet werd aangepast ten opzichte van het vorige seizoen: naast de titelstrijd speelde men ook om de Coupe der Lage Landen. Samen goed voor 36 wedstrijden. Om de Coupe nam Geleen het op tegen Den Haag, Rotterdam, Eindhoven, Assen, Den Bosch, Utrecht, Leiden, Heist op den Berg, Brussel, Deurne en Herentals. Smoke Eaters – met de teruggekeerde Vosatko – wist zeven keer te winnen maar kende bijna het dubbele aantal verliespartijen. Door twee gelijke spelen eindigde de ploeg op de achtste plaats, waarbij het 29 doelpunten meer tegen kreeg dan het zelf wist te scoren. Eigenlijk was dit goed voor een negende plaats ware het niet dat Heist maar liefst 33 punten in mindering kreeg gebracht. Leiden (met Jiri Anton) werd overigens eerste. In de strijd om het landskampioenschap namen de acht Nederlandse ploegen uit de CLL het nogmaals tegen elkaar op. Bovenin was het spannend. Waar Den Bosch de Coupe op 1 punt mis hadden gelopen, werden de Brabanders nu eerste met 1 punt voorsprong op Leiden. Geleen speelde ook hier een ondergeschikte rol en eindigde op een vierde plaats met 6 overwinningen, 8 nederlagen en een doelsaldo van +7.

1976

1976/1977; net geen prijs.

De Divisie Zuid van de Tweede Divisie werd uitgebreid met het Duitse Grefrath en het Belgische Herentals, terwijl Brussel afhaakte. Het had er alle schijn van dat de ingeslagen weg van de SIJZL naar herstel ging leiden, want Smoke Eaters ging daadwerkelijk meedoen om de prijzen. De ploeg eindigde na veertien overwinningen, vier nederlagen en evenveel gelijke spelen met Heist op den Berg op de gedeelde eerste plaats. Voor het Nederlands Kampioenschap betekende dat plaatsing voor de play-offs tegen de eerste Nederlandse ploeg uit Divisie Noord: Den Bosch. In de best-of-twoserie boekte Geleen in de thuiswedstrijd een mooie 6-2 zege. Vol vertrouwen reisde men een week later af naar de oude, steenkoude ijshal naast het spoor in de Brabantse hoofdstad. Daar zorgden de Red Eagles voor een domper door Smoke Eaters met 12-6 te verslaan en zo liep Geleen op één doelpunt verschil de titel in de Tweede Divisie mis.

1975

1975/1976; terug naar ‘af’.

Het Geleense ijshockey was niet op sterven na dood, maar eigenlijk gewoon dood en begraven. Leden van het Jeugdbestuur staken de koppen bij elkaar en samen met jeugdleiders en -trainers besloten zij voor de enige logische oplossing: een vrijwillige degradatie naar de Tweede Divisie, waar het avontuur in 1968 was begonnen. Daartoe werd een nieuwe stichting opgericht – de Stichting IJshockey Zuid-Limburg en met minimale middelen bleef het doel voor de jeugdleden om ooit in het eerste te kunnen spelen, een reële mogelijkheid. Smaakmaker Mirek Vosatko vertrok naar Duitsland en onder leiding van Jiri Anton werd met uitsluitend spelers uit de eigen opleiding een nieuw begin gemaakt. In de Divisie Zuid van de Tweede Divisie trof Eaters in een dubbele thuis/uit-competitie Tilburg 2 en Eindhoven, alsmede op de Belgische clubs uit Heist op den Berg, Deurne (Antwerpen) en Brussel. De ploeg kwam goed uit de startblokken met drie overwinningen op rij. Daarna volgden echter evenveel nederlagen. Uiteindelijk wist men 12 van de 20 wedstrijden te winnen, was er zeven keer verlies en werd er één keer gelijkgespeeld. Goed voor een tweede plaats achter Eindhoven. Geleen had meer doelpunten gescoord dan Kemphanen maar had ook twee keer zoveel tegendoelpunten moeten incasseren als de kampioen.

1974

1974/1975: het einde van een tijdperk ondanks of dankzij hoofdsponsor?

1974/1975: het einde van een tijdperk ondanks of dankzij hoofdsponsor?

 

De Cup International verdween uit het seizoensbeeld. Luik en Brussel deden mee om de Coupe Nationale Nederlanden en er verschenen nieuwe teams in de vorm van Utrecht, Groningen en Amsterdam, waardoor het totaal op 12 kwam omdat ook Den Bosch weer meedeed. Geleen eindigde met 18 punten uit 22 wedstrijden 6 plaatsen achter winnaar Tilburg. Om het kampioenschap speelden slechts 6 teams: Amsterdam, Nijmegen, Den Haag, Heerenveen, Tilburg en Geleen. De Limburgse ploeg werd uiteindelijk vierde met Tilburg weer als eerste. Het seizoen 74/75 werd het eerste zonder de overleden Jean Savelkoul, waardoor een sterke bestuurder ontbrak. De financiële perikelen die de club al jaren teisterden (er was inmiddels een totale schuld van 90.000 gulden ontstaan) dwongen het bestuur vooraf een gang naar de Tweede Divisie te overwegen. Plots kwam er echter steun van een vader wiens kinderen bij de jeugd van Smoke Eaters speelden: Joseph Gibbels, eigenaar van Reinal Machinefabriek BV uit Maastricht. De club had eindelijk waar de overleden preses jarenlang om gesmeekt had: een heuse hoofdsponsor. Het seizoen en daarmee de club leek door deze injectie gered maar achter de schermen ontvouwde zich een tumultueus schouwspel aan de Kummenaedestraat. Reorganisaties, bestuurs- en coachwisselingen, een nieuwe trainer in de loop van het seizoen die even later weer even gemakkelijk ontslagen werd; het waren de voortekenen voor wat komen ging. Met een negatief saldo van 150.000 gulden aan het einde van het seizoen was een faillissement onafwendbaar en leek het ijshockey verloren voor de Waerelsjtad. En met het overlijden van verzorger Sjo Callemeijn raakte Smoke Eaters tenslotte nòg een club-icoon kwijt.

1973

1973/1974: het laatste jaar van Jean Savelkoul

1973/1974: het laatste jaar van Jean Savelkoul

Den Bosch verdween uit de hoogste nationale beker- en kampioenschapscompetitie, die verder dezelfde deelnemende ploegen kenden als het vorig seizoen. Om de Cup International streden slechts vijf ploegen en verdiende de naam nauwelijks met Luik als enige niet-Nederlandse ploeg naast Den Haag, Tilburg, Rotterdam en Geleen. Door blessures, zo goed als geen voorbereiding en andere tegen zittende omstandigheden, was de seizoenstart regelrecht dramatisch. In Den Haag werd de grootste nederlaag uit de clubhistorie geleden: 23-2. Dat noopte het clubbestuur tot het uitdelen van een flyer voorafgaande aan het eerste thuisduel, waarin om begrip werd gevraagd bij de supporters, die de voorgaande jaren al vaker hun emoties niet altijd onder stoelen of banken hadden gestoken. Vóór het beginsignaal van deze thuiswedstrijd was er echter nog een huldiging: The Smoke Eaters hadden het afgelopen seizoen zowaar iets gewonnen: de Fair Play Cup – volgens vele spelers en coaches een prijs die je niet wilt winnen. Hèt bewijs voor de toen ontbrekende felheid en hardheid? Geleen startte met vijfnederlagen op rij; de maand oktober 1973 bleek geen gunstige. En het bericht dat de voorzitter ziek was, hielp ook niet echt. Geleen eindigde in de bekerstrijd op de zesde plaats met 5 overwinningen uit 14 duels en ook nu was Tilburg weer de sterkste. The Smoke Eaters gingen gaandeweg het seizoen steeds beter spelen en dat leiddetoteen verdienstelijke derde plaats in de strijd om de landstitel (later zelfs omgezet naar een tweede plaats achter Tilburg omdat Den Haag een onreglementaire speler zou hebben opgesteld). Het beste werd tot het einde bewaard, want uit de NIJB-gegevens blijkt dat de ploeg zowaar de Cup International op haar naam schreef. Deze positieve noot zal de ernstig zieke Eaters-initiator, -motivator en -inspirator Jean Savelkoul goed hebben gedaan. Op 5 april 1974, nog geen drie weken na de laatste competitiewedstrijd, overleed hij op slechts 52-jarige leeftijd.

1972

1972/1973; het slechtste seizoen tot nu toe

1972/1973; het slechtste seizoen tot nu toe

In het Limburgs Dagblad van eind januari 1973 stond te lezen waarom vooraf eigenlijk al duidelijk zou moeten zijn geweest dat dit een mislukt seizoen zou worden. De samengestelde ploeg bleek niet compleet nadat tweeCanadese Afcenters bij lange na niet aan de verwachtingen voldeden en de Poolse verdediger Sitko toch geen uitreisvisum kreeg. Het lukte niet om tijdige en goede vervangers te krijgen en de Geleense ijsvloer liet zo lang op zich wachten dat de spelers geen tijd hadden om op elkaar ingespeeld te raken. Blessureleed kondigde al snel een slepend keepersprobleem aan waardoor uiteindelijk de 16-jarige Franc Michielsen het doel moest verdedigen. De matheid binnen het Eaters-spel werd geweten aan onervaren begeleiding, met Vaclav Sochor als debuterende trainer en bestuurslid en manager Jan van Gurp als coach… In plaats van de Coupe Brabant, was er dit seizoen een nieuwe bekercompetitie, de Coupe Nationale Nederlanden. Geleen kwam daarin uit met Den Bosch, Nijmegen, Heerenveen, Tilburg, Den Haag, Rotterdam, Luik en Brussel. The Smoke Eaters wonnen 6 van de 16 wedstrijden, verloren er 7 en speelden drie keer gelijk. Het liet vier ploegen achter zich maar moest er dus ook 4 vóór zich dulden, waarbij Tilburg de beker won. In de nationale competitie deed Geleen het een stuk minder; zonder de Belgische ploegen bleven er zes tegenstanders over en wist men alleen Heerenveen vóór te blijven in de eindrangschikking. Er werd slechts drie keer gewonnen en ook hier eindigden de Trappers op de eerste plaats. De Brabanders onderstreepten hun topvorm door ook de Cup International te winnen en daarmee de triplete completeren. Geleen eindigde in de middenmoot met 19 punten uit 18 wedstrijden, na 9 winstpartijen en 1 gelijkspel. De club moest naast Tilburg ook Den Haag, Rotterdam, Luik en Brussel voor laten gaan. Zweibrücken, Grenoble, Nijmegen en Parijs waren de ploegen die het nakijken hadden. De tegenvallende prestaties resulteerden in een terugloop van de toeschouwersaantallen (per thuiswedstrijd gemiddeld 400 minder dan het vorige seizoen), wat zorgde voor het missen van ingecalculeerde inkomsten. Voorzitter Savelkoul uitte een cri-de-coeurin de media vanwege het tekort van € 60.000. Zijn waarschuwing: zonder substantiële financiële injectie stond het voortbestaan van het Geleense ijshockey op het spel.

1971

1971/1972; Eaters wint eerste prijs, maar verliest Sochor

1971/1972; Eaters wint eerste prijs, maar verliest Sochor

Geleen speelde dit seizoen een ware marathon. De Eerste Divisie was danig uitgebreid; naast Nederlandse clubs (Utrecht, Den Bosch, Heerenveen, Nijmegen, Den Haag en Tilburg) stuitte men ook op Belgische tegenstanders (Luik, Brussel en Antwerpen). Om de Cup International streden zelfs 11 clubs: Den Haag, Den Bosch, Tilburg, Geleen, Luik, Krefeld, Baden-Baden, Zweibrücken (gefuseerd met Lahr), Grenoble en maar liefst twee ploegen uit Parijs. Daar stond tegenover dat de strijd om de Coupe Brabant tussen slechts drie ploegen ging: Geleen, Den Bosch en Tilburg. Uiteindelijk goed voor 42 wedstrijden. The Smoke Eaters kenden een sterk seizoen, eindigden op de 3e plaats in de Cup International (achter Den Haag en Tilburg), werden 2e in de strijd om de landstitel achter Tilburg en wonnen de Coupe Brabant. Volgens sommigen misschien een doekje voor het bloeden na het ‘ontnomen’ kampioenschap van het jaar ervoor, maar oud-speler Bob Lewis denkt nog steeds graag terug aan deze eerste prijs voor de jonge club uit de Waereldsjtad. Wat de meesten zich echter het beste herinneren van dit seizoen, is het einde van de loopbaan van de immens populaire goalie Vaclav Sochor. Hij liep tijdens de wedstrijd van vrijdag 14 januari 1972 tegen Den Haag een gebroken neus en een ernstige oogblessure op. Volgens sommige verhalen werd hij hard geraakt door een puck, andere spreken van een stick die hem bij een scrimmage voor het doel in het gezicht trof en een oog raakte. Na bezoeken aan ziekenhuizen in Den Haag en Sittard, deed professor Van Den Heuvel er in de Radboud-kliniek van Nijmegen alles aan om te redden wat er te redden viel. Het linkeroog ging weliswaar niet verloren maar met een zicht tot slechts 10% was zijn carrière als ijshockeygoalie voorbij.

1970

1970/1971; wel kampioen maar geen titel, of andersom…

1970/1971; wel kampioen maar geen titel, of andersom…

De eigen financiële noodkreet weerhield het clubbestuur er niet van het budget op te schroeven. Was het afgelopen seizoen de begroting van enkele tienduizenden guldens van het eerste jaar al fors verhoogd naar fl.120.000, nu deed men er met een extra fl. 47.500 nog een serieuze schep bovenop in de drang naar een hoofdprijs. Met name de komst van speler/trainer/coach Richard Blanche zou dit succes vorm moeten gaan geven. Hij was twee jaar captain van winnaar Denver in de prestigieuze Noord-Amerikaanse NCAA college-competitie en ‘de beste speler die in West Europa zou gaan spelen’ volgens tv-commentator en ijshockeykenner Frans Henrichs. Hij was het die Blanche in contact had gebracht met Geleen. The Smoke Eaters speelden niet alleen in de nationale competitie en in de Cup International(CL) maar ook om de Coupe Brabant. Ze kruisten de sticks met Rotterdam, Tilburg, Den Haag en Den Bosch. Om de CI kwamen Baden-Baden, Lahr en Grenoble voor Rotterdam in de plaats. De strijd om de Coupe Brabant ging tussen Tilburg, Den Bosch, Geleen en Den Haag. Den Bosch won deze competitie vóór Tilburg en Geleen, terwijl Tilburg de Cup International op zijn naam schreef vóór Geleen. De strijd om de landstitel werd een nek-aan-nekrace tussen Eaters en Trappers. De Brabanders wisten dat hun het kampioenschap niet kon ontgaan. In Geleen was niet iedereen zich ervan bewust dat ze eigenlijk buiten mededinging meespeelden. Het doemscenario kwam uit. Na een knappe 3-5 uitwinst in de Pellikaanhal, werd het aan de Kummenaedestraat voor 4.000 (!) toeschouwers 3-4. Hierdoor eindigden beide ploegen op 14 punten uit 8 wedstrijden met een beter doelgemiddelde voor de Eaters: +61 tegen Tilburg +42. Geleen eindigde daardoor feitelijk op de eerste plaats maar de titel ging toch naar Trappers. Waren het verouderde statuten of wist Jean Savelkoul wel beter?

1969

1969/1970; twee ijshockeyculturen treffen elkaar

1969/1970; twee ijshockeyculturen treffen elkaar

Nadat de Praagse Lente in de nacht van 20 op 21 augustus 1968 met veel geweld was neergesabeld, hadden talloze Tsjechen – in eerste instantie kunstenaars, musici en sporters – hun heil in het Westen gezocht. Ze ontvluchtten hun vaderland om politiek asiel en een beter leven te zoeken in het buitenland. Zo verschenen in het najaar van 1969 de ijshockeyers Mirek Vosatko (schuilnaam Jerry Vos), Jiri Bolehovsky (schuilnaam George Boley), Jiri Anton (schuilnaam Victor Golem), Vladi Patucek en later Vaclav Sochor, ten tonele in Geleen, waar ze met open armen werden ontvangen. Zij voegden technische souplesse toe aan de fysieke hardheid van de Canadezen en maakten daarmee van The Smoke Eaters een team om rekening mee te houden in de Eerste Divisie. Zeker met de toevoeging van de eerste full-profs: de Canadezen René Labonté en Jerry Aucoin, die beiden van Luik kwamen. De ploeg speelde niet alleen in de vaderlandse competitie tegen Den Bosch, Tilburg en Den Haag, maar moest ook om de Cup International(CL) aan de bak tegen deze teams en de Duitse ploegen Baden-Baden en Lahr, alsmede de Franse teams uit Chamonix en Grenoble. Geleen eindigde in beide competities op de derde plaats. In de titelstrijd werden maar liefst 5 van de 6 wedstrijden verloren. Alleen van Den Haag werd 1x gewonnen (5-4). Den Bosch werd kampioen, gevolgd door Tilburg. In de CI was de eindstand net andersom. Geleen verloor hier 6 van de 14 wedstrijden. De uitstapjes naar Duitsland en Frankrijk spreken tot de dag van vandaag nog tot de verbeelding bij spelers, bestuurders en supporters. Maar er waren ook zorgen: goalie Sochor miste vanwege een gespleten elleboog de tweede helft van het seizoen en voorzitter Savelkoul trok na 15 maanden The Smoke Eaters aan de bel: de populaire topsport bleek ondanks een respectabel gemiddeld toeschouwersaantal van 1800 per thuiswedstrijd eigenlijk toch 30.000 gulden (een kleine € 14.000) te duur…

1968

1968/1969; is alle begin echt moeilijk?

1968/1969; is alle begin echt moeilijk?

Als voorbereiding op het allereerste seizoen speelde de ploeg twee oefenduels tegen Luik, die al meteen bol stonden van controverse en animositeit. De opmaat voor een rivaliteit die tot op de dag van vandaag nog voortduurt. Gedurende het seizoen werd er ook nog vriendschappelijk gespeeld tegen onder andere Dortmund en Düsseldorf 2. De nieuwe club uit Geleen deed niet mee op het hoogste plan van de Nederlandse ijshockeycompetitie. De ploeg, die in eerste instantie uit louter Canadese Afcenters bestond, kwam als gastploeg uit in de Tweede Divisie en speelde thuis en uit tegen Amsterdam, Antwerpen, Delft, Den Haag 2, Heerenveen, Rotterdam en Tilburg 2. The Smoke Eaters leden in deze 14 wedstrijden slechts 5 verliespunten: 1-5 in hun eerste thuiswedstrijd tegen Amsterdam – met Mike Marquis als maker van het allereerste Eaters-doelpunt in de historie op aangeven van de latere topscorer van het team Gary Purcha – 6-2 verlies in Antwerpen en een 2-2 gelijkspel thuis tegen Den Haag 2. Op 22 december maakte de eerste niet-Canadees zijn opwachting in de selectie: de 20-jarige Geleense student Roy Joosten. Geleen eindigde samen met Den Haag 2 en Amsterdam met 23 punten op de eerste plaats. Omdat Den Haag al een ploeg in de Eerste Divisie had, was promotie voor hen uitgesloten. Het oorspronkelijke plan om de top 3 te laten spelen voor het kampioenschap, ging uiteindelijk niet door. De NIJB besloot om Geleen en Amsterdam toe te laten tot de hoogste divisie. De Amsterdammers bedankten voor de eer.